3.2 Weerstand

H4 Elektriciteit
§4.2 Weerstand

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4 Elektriciteit
§4.2 Weerstand

Slide 1 - Slide

Doelen 4.2 
  • Je benoemt het verschil tussen een geleider en isolator.
  • Je legt het begrip weerstand uit en kan dit meten. 
  • Wet van Ohm
  • Ik kan rekenen met de formule voor weerstand

Slide 2 - Slide

Geleider
Laten stroom makkelijk door
Isolator
Laat de stroom moeilijk door

Slide 3 - Slide

Voorbeeld van isolator
A
koolstof
B
lucht
C
metalen
D
ijzer

Slide 4 - Quiz

Een voorbeeld van een geleider is
A
Kopje
B
Metalen lepel
C
Bord
D
Glas

Slide 5 - Quiz

Wet van Ohm

Slide 6 - Slide

?????
230 volt

stop-contact

Slide 7 - Slide

Weerstand
geeft aan hoe moeilijk of makkelijk stroom 
ergens doorheen kan

Slide 8 - Slide

Zo wel!
230 volt

stop-contact
weerstand!

Slide 9 - Slide

Weerstand meten
De ampère meter in serie

De voltmeter parallel

Slide 10 - Slide


met analoge meters



met multimeter (=digitaal)
  • Multimeter aansluiten op de twee uiteinden van de weerstand. 
  • Gebruik van multimeter de contacten COM en Ω. 


weerstand meten

Slide 11 - Slide

Weerstand meet ik in
A
ampère
B
watt
C
ohm
D
siemens

Slide 12 - Quiz

Weerstand
A
I
B
R
C
U
D
P

Slide 13 - Quiz

Weerstand: Fietsen tegen de wind in. de weerstand is?
A
hoog
B
laag

Slide 14 - Quiz

Zelfstandig werken
Wat?  4.2: opgave 1 tot en met 20 af.
Hoe?  Je mag na 5 minuten zachtjes overleggen in je groep
Hulp? Kijk in uitwerking, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op. 
Tijd? 15 minuten. 
Uitkomst?
Je benoemt het verschil tussen een geleider en isolator.
Je legt het begrip weerstand uit en kan dit meten.
Nakijken
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Wet van Ohm
R=IU
R
Weerstand
ohm (Ω)
U
Spanning
Volt (V)
I
Stroom sterkte
Ampère  (A)

Slide 16 - Slide

Wet van Ohm 

Slide 17 - Slide

Voorbeeld
De waterkoker heeft een weerstand van 40 Ω en is aangesloten op 230 V. Bereken de stroomsterkte door  de waterkoker.
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Antwoord:

Slide 18 - Slide

Voorbeeld
De waterkoker heeft een weerstand van 40 Ω en is aangesloten op 230 V. Bereken de stroomsterkte door  de waterkoker.
Gegeven: R = 40 Ω ; U = 230 V
Gevraagd: I
Formule: I = U : R
Berekening: 230 : 40 = 5,75 A
Antwoord: I = 5,75 A

Slide 19 - Slide

Oefenen
Op een wasmachine staat een spanning van 230 V. De stroomsterkte  is 1,3 A.  Bereken de weerstand.
Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Antwoord:

Slide 20 - Slide

Op een wasmachine staat een spanning van 230 V. De stroomsterkte is 1,3 A. Bereken de weerstand.

Slide 21 - Open question

Uitwerking
Op een wasmachine staat een spanning van 230 V. De stroomsterkte  is 1,3 A.  Bereken de weerstand.
Gegeven: U = 230 V ; I = 1,3 A
Gevraagd: R
Formule: R = U : I
Berekening: 230 : 1,3 = 
Antwoord: 177  Ω

Slide 22 - Slide

Een weerstand

Hier staat een voorbeeld van een weerstand.

Let op de ringen. Deze weerstand heeft vier ringen.

De ringen hebben een betekenis welke een

codering is voor de grootte van de weerstand.


We hebben ring 1, 2 

Daarnaast ring A en B

Slide 23 - Slide

De weerstand
  • Een weerstand wordt gemaakt door een dun laagje koolstof op een glasstaafje aan te brengen.

  • Hoe dunner het laagje koolstof, des te hoger de weerstand.

  • Als de temperatuur hoger wordt, dan wordt de weerstand hoger.

Slide 24 - Slide

=
serie schakeling
Vervangingsweerstand s

Slide 25 - Slide

Wat is de totale weerstand van de 3 weerstanden?
A
200Ω
B
801Ω
C
1,8kΩ
D
Dat hangt van de spanning af.

Slide 26 - Quiz