1.3 Ontwikkeling in verschillende snelheden

1.3 Ontwikkeling in verschillende snelheden
Waarom zijn sommige landen rijk en andere landen arm?
1 / 29
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.3 Ontwikkeling in verschillende snelheden
Waarom zijn sommige landen rijk en andere landen arm?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Inplannen topo + actualiteitentoets
  • Terugblik Paragraaf 1.1 en 1.2
  • Uitleg paragraaf 1.3
  • Aan de slag met de opdrachten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Topo toets + actualiteiten
week 40
Actualiteiten: 7 dagen daarvoor

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Centrum
Centrum
Semiperiferie
Semiperiferie
Periferie

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Dit geeft de situatie weer in een ...... land : 
Centrum

Periferie

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

BRICS-landen horen bij
A
Centrum
B
Semi-Periferie
C
Periferie

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Global shift gebeurt van..
A
periferie -> centrum
B
(semi)periferie -> centrum
C
Centrum -> (semi)periferie
D
Semi-periferie -> periferie

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waar dienden de koloniën voor in de periode 1500 -1800?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn kenmerken van een vrijemarkteconomie?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen
Je weet een aantal interne en externe oorzaken voor verschil in ontwikkeling te noemen.


Je begrijpt dat in- en externe oorzaken van armoede met elkaar samenhangen.

Je kunt door het vergelijken van kaarten aantonen dat een land arm is.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

Gaat het hier vooral om een natuurlijke factor of om een menselijke factor?
Waarom zijn sommige landen rijk en andere arm?

De oorzaken moet je soms zoeken:
 in het land zelf (interne oorzaken) en 
soms erbuiten (externe oorzaken)

Wanneer veel negatieve factoren samenvallen, is de kans op armoede onder de bevolking groter.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Interne oorzaken; binnen het land zelf
  1. Natuurlijke oorzaken
  • Ontwikkelingskansen: er is voldoende vruchtbare grond, goed klimaat, natuurlijke hulpbronnen, niet te bergachtig en voldoende neerslag.
  • Ligging: een goed bereikbaar land (infrastructuur, grenzend aan zee) heeft meer kansen dan een land omringd door andere landen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Interne oorzaken; binnen het land zelf
2. Menselijke oorzaken
  • Politieke systeem: corruptie en slecht bestuur is niet goed voor een land. Een sterke overheid zorgt voor rust!
  • Bevolkingsopbouw: arme landen veel jongeren en rijke landen vergrijzing. Ideaal is een goede mix.
  • Mate van ongelijkheid.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het politieke systeem
Het politieke systeem is de wijze waarop het land wordt bestuurd.
 Arme landen worden slecht bestuurd, zijn weinig democratisch en worden gekenmerkt door corruptie, vriendjespolitiek en onvrijheid.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bevolkingsgroei en leeftijdsopbouw
Het geboortecijfer daalt wereldwijd, maar in de arme landen groeit de bevolking nog snel. 

Het nadeel daarvan is dat er een groter jonge bevolking is die geen werk kan vinden.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Mate van ongelijkheid
Als een land zich economisch ontwikkelt, neemt de sociale ongelijkheid toe. Sommige groepen profiteren meer van de groeiende welvaart dan andere. Sociale ongelijkheid druk je uit met de Gini-coëfficiënt. Grote ongelijkheid in combinatie met een grote groep jongeren zonder uitzicht op werk, kan leiden tot ernstige sociale onrust in een land.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Externe oorzaken: Hierbij gaat het om het soort relatie dat een ontwikkelingsland heeft met de rijke landen
1. Koloniaal verleden
  • Exploitatie kolonie: leveren van grondstoffen en landbouwproducten aan het moederland
  • Vestigingskolonie: kolonisten gingen in het land wonen
2. rol land in de wereldeconomie
  • Goede/gunstige ligging zodat mno's zich er gaan vestigen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Externe oorzaken:
Koloniaal verleden
Veel arme landen van nu waren vroeger koloniën. Hun rol was het exporteren van grondstoffen, landbouwproducten en later ook laagwaardige industriegoederen naar de moederlanden. Die rol spelen ze nog steeds. Nadeel is dat je hiermee veel minder verdient dan met de productie van hoogwaardige industrieproducten en diensten zoals de rijke landen doen.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Externe oorzaken:
Rol van een land in de wereldeconomie
De globalisering heeft voor mno's de wereld geopend. Of zij investeren in een land hangt af van:
- ligging (bereikbaarheid)
- economische factoren (bijv. hoogte van loon)
- politieke (bijv. betrouwbare overheid) factoren

Landen in de periferie die niet aantrekkelijk zijn voor buitenlandse investeerders, moeten het zelf doen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
Paragraaf 1.3

Maak de opdracht 1, 2b+c, 3, 5 en 6

Klaar? Maak de herhaling van 1.3 op blz. 15

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen interne oorzaak voor armoede?
A
vruchtbaar land
B
dictatuur
C
sociale ongelijkheid
D
hoge bevolkingsgroei

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Stelling 1: Rijke landen hebben te maken met vergrijzing.
Stelling 2: Bbp heeft te maken met het gemiddelde inkomen van de mensen in een land.
A
Stelling 1: waar. Stelling 2: waar.
B
Stelling 1: niet waar. Stelling 2: niet waar.
C
Stelling 1: waar. Stelling 2: niet waar.
D
Stelling 1: niet waar. Stelling : waar.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Noem 3 redenen waarom een mno in een land zich zal vestigen.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Er komt een sleepvraag aan.
Mno's laten de keuze voor de vestigingsplaats van hun bedrijf afhangen van tal van factoren. 
Sleep de juiste factoren naar de fysisch, economische of politieke factor.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Fysische factoren.
Economische factoren.
Politieke factoren.
Belastingvoordeel.
Bereikbaarheid.
Vakbekwaamheid beroepsbevolking.

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions