What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Blok 2 gramm. opdr 6-7-12-13 (SLR)
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
na deze les:
-kun je het lijdend voorwerp vinden.
- heb je pv, ond en wwg nog eens herhaald.
Slide 2 - Slide
even herhalen.....
Weet je het nog?
Slide 3 - Slide
https:
Slide 4 - Link
Splitsbaar werkwoord
Soms kan de persoonsvorm van een werkwoord
gesplitst
in de zin voorkomen.
Bijvoorbeeld: Monica
pakt
alle cadeautjes
in.
Pakt in
komt van het werkwoord
inpakken
Pakt in
is de persoonsvorm en ook het wwg.
Slide 5 - Slide
Monica
pakt
alle cadeautjes
in.
Pakt
en
in
horen bij elkaar en vormen samen 1 zinsdeel.
De zin bestaat dus uit drie zinsdelen.
Monica / pakt / alle cadeautjes / in.
Slide 6 - Slide
Noem twee splitsbare werkwoorden.
Slide 7 - Open question
zinsontleding:
WWG
met
te
Je weet dat het wwg uit alle werkwoorden van een zin bestaat. Soms staat voor het hele werkwoord het woord
te.
Dan geldt"
persoonsvorm + te + hele werkwoord = wwg
Aukje zit de hele tijd te lachen.
WWG =
zit te lachen
Slide 8 - Slide
Lijdend Voorwerp
Slide 9 - Slide
0
Slide 10 - Video
Lijdend voorwerp
Wie/wat + onderwerp + gezegde?
Slide 11 - Slide
lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp (lv) is het zinsdeel dat antwoord geeft op de vraag:
Wie of wat + gezegde + onderwerp?
Slide 12 - Slide
Ik geef een schoteltje melk aan onze kat.
Het werkwoordelijk gezegde is:
A
ik
B
geef
C
een schoteltje melk
D
aan onze kat
Slide 13 - Quiz
Ik geef een schoteltje melk aan onze kat.
Het onderwerp is:
A
ik
B
geef
C
een schoteltje melk
D
aan onze kat
Slide 14 - Quiz
Ik geef een schoteltje melk aan onze kat.
Het lijdend voorwerp is:
A
ik
B
geef
C
een schoteltje melk
D
aan onze kat
Slide 15 - Quiz
De bakker bakt iedere dag heerlijke taarten.
Het werkwoordelijk gezegde =
A
de bakker
B
bakt
C
iedere dag
D
heerlijke taarten
Slide 16 - Quiz
De bakker bakt iedere dag heerlijke taarten.
Het onderwerp =
A
de bakker
B
bakt
C
iedere dag
D
heerlijke taarten
Slide 17 - Quiz
De bakker bakt iedere dag heerlijke taarten.
Het lijdend voorwerp =
A
de bakker
B
bakt
C
iedere dag
D
heerlijke taarten
Slide 18 - Quiz
De bakker bakt een heerlijk brood.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
bakt
B
een heerlijk brood
C
de bakker
D
staat er niet in.
Slide 19 - Quiz
Geef jij de appelmoes even door?
Wat is het lijdend voorwerp?
A
de appelmoes
B
jij
C
geef door
D
even
Slide 20 - Quiz
Met Kerstmis krijg ik altijd veel cadeautjes.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
ik
B
krijg
C
met Kerstmis
D
veel cadeautjes
Slide 21 - Quiz
Huiswerk
Je krijgt een werkblad.
Noteer van de zinnen het wwg, pv en lijdend voorwerp.
Slide 22 - Slide
More lessons like this
blok 2 Grammatica
September 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
blok 2 Grammatica
September 2019
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
blok 2 lijdend voorwerp (werkblad) (SLR)
July 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
Blok 2 ('oude les, evt. gebruiken als herhaling)
September 2018
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Les 4: lijdend en meewerkend voorwerp
February 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Extra uitleg + oefenen LV basisniveau
June 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
1F Les 37 - De voorwerpen in een zin onderzoeken
May 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer
September 2023
- Lesson with
38 slides
PAV
Secundair onderwijs