S&R Afronden 1.3 + start 1.4

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom H4!

Boekje samenwerken en risico.

Planning van vandaag

1. Start les

2. Huiswerk 1.3 

3. Start paragraaf 1.4

4. Huiswerk 1.4

Samenwerken en risico

H1: Samenwerken is een spel.

1.1. Speltheorie

1.2. Strategie in een prijzenoorlog

1.3. Onderhandelen en samenwerken

1.4 De overheid en niet-optimale uitkomsten

1.5 Samenwerken en onderhandelen in context

Let's talk business

Contract

Sociale normen

Zelfbinding

Foutje bedankt..

Huiswerk

Paragraaf 1.3: 22,23,25,26,29,30,31,33

Klaar?: Nakijken

Samen bespreken:

Kies allemaal 2 opdr uit. 

Samenwerken en risico

H1: Samenwerken is een spel.

1.1. Speltheorie

1.2. Strategie in een prijzenoorlog

1.3. Onderhandelen en samenwerken

1.4 De overheid en niet-optimale uitkomsten

1.5 Samenwerken en onderhandelen in context

1.4 De overheid en niet-optimale uitkomsten

1. Je kunt uitleggen wat positieve en negatieve externe effecten zijn.

2. Je kunt situaties herkennen waarin sprake is van meeliftgedrag.

3. Je begrijpt dat er bij de productie van collectieve goederen een gevangenendilemma kan ontstaan.

Externe effecten

Negatief: bijvoorbeeld milieuschade

Brengen                                                     met zich mee

Positief: betere gezondheid 

Meegenieten van een concert (op de Goffert bijvoorbeeld)

maatschappelijke kosten

De overheid

De maatschappelijke kosten zijn ongewenst

De overheid produceert collectieve goederen:

- Door de overheid geproduceerd

- Niet in individuele eenheden te splitsen

- Geen prijs kan voor het goed in rekening gebracht worden

- Je kunt geen mensen uitsluiten van het gebruik van de goederen

Wat kan de overheid doen?

Voorbeeld?

1.4 De overheid en niet-optimale uitkomsten

1. Je kunt uitleggen wat positieve en negatieve externe effecten zijn.

2. Je kunt situaties herkennen waarin sprake is van meeliftgedrag.

3. Je begrijpt dat er bij de productie van collectieve goederen een gevangenendilemma kan ontstaan.

Aan de slag!

• Wat: Maak opdrachten: paragraaf 1.3: 22,23,25,26,29,30,31,33 

                                                     paragraaf 1.4: 36,39,41 en 42

• Met wie: In tweetallen of individueel.

• Doel: Leerdoelen behalen van paragraaf 1.1.

Klaar?: Roep mij