Huiswerk: oriëntatie: 3,4,5 en paragraaf 4.1: 2,5 en 6
Slide 3 - Slide
Terugblik verlichting en revoluties
Wat weten we al over de Industriële revolutie?
==> nu naar de uitleg 4.1
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat industrialisatie inhoudt
Je kunt de belangrijkste oorzaken noemen van de industriële revolutie
Je kunt uitleggen waarom we spreken van een industriële revolutie
Je kunt uitleggen wat de Romantiek inhoudt
Slide 5 - Slide
Industrialisatie
In de tweede helft van de 18e eeuw ontstonden in Groot-Brittannië de eerste fabrieken: hallen waarin machines stonden en grote aantallen arbeiders werkten. De opkomst van de productie in fabrieken noemen we industrialisatie. Deze industrialisatie begon in de textielnijverheid.
Slide 6 - Slide
Industrialisatie - wat ging eraan vooraf?
Rond 1700 werkte vrijwel iedereen in de huisnijverheid: werk dat mensen thuis doen zoals garen spinnen en/of kleding maken (daarvoor waren spinners en wevers gevestigd in de steden maar dat werd te duur)
Rond 1700: toename vraag naar katoen. Wevers en spinners konden de vraag niet bijhouden
Uitvinders: spinmachines en daarna machines op waterkracht
Uiteindelijk: watermolens vervangen door stoommachines in 1790 (James Watt)
==> Grote veranderingen door komst van fabrieken, machines en stroomtreinen vanaf 1750 noemen we de industriële revolutie
Slide 7 - Slide
De Stoommachine
Uitvinders gingen producten bedenken die het weven makkelijker maakten (bijv. spinnenwiel)
Werktuigen laten aandrijven zonder dat er mensen nodig zijn --> uitvinding machines die werkten met stromend water.
De laatste stap was deze machines laten aandrijven op stoom → stoommachines
Slide 8 - Slide
Oorzaken industrialisatie (deel 1)
In de 18e eeuw verbeterde de landbouw (grootgrondbezitters kochten land op en benutten deze grond veel efficiënter) ==> Selectief fokken en nieuwe landbouwwerktuigen==> opbrengsten namen toe. = de Britse agrarische revolutie.
Britse bevolking begon te groeien (waardoor?) en daardoor toenemende vraag (naar welke producten?) ==> meer fabrieken
Het aantal arbeidskrachten nam toe en prijzen van producten laag
Slide 9 - Slide
Oorzaken industrialisatie (deel 2)
Er waren goedkope grondstoffen beschikbaar (waar vandaan?)
In Groot-Brittannie waren grote voorraden steenkool en ijzererts aanwezig (waarvoor gebruikt?)
Steeds weer nieuwe machines uitgevonden ==> spullen goedkoper (waarom?)
==> Vraag bleef stijgen en steeds meer fabrieken
Slide 10 - Slide
Aan de slag
Lees pagina 15 t/m 20 goed door
Huiswerk: oriëntatie: 3,4,5 en paragraaf 4.1: 2,5 en 6
Slide 11 - Slide
4.1 Van handwerk naar machine (deel 2)
Slide 12 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Terugblik Eerste deel 4.1
Uitleg tweede deel 4.1
Huiswerk: paragraaf 4.1: 7,9,10,12,13, 15
Slide 13 - Slide
Terugblik eerste deel 4.1
Wat ging er aan de industrialisatie vooraf?
Oorzaken van de industrialisatie?
Slide 14 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat industrialisatie inhoudt
Je kunt de belangrijkste oorzaken noemen van de industriële revolutie
Je kunt uitleggen waarom we spreken van een industriële revolutie
Je kunt uitleggen wat de Romantiek inhoudt
Slide 15 - Slide
Gevolgen van de industriële revolutie (Deel 1)
1750-1850: van agrarisch-stedelijke samenleving naar industriële samenleving in Groot- Brittannië (wat betekent dat?)
Massaproductie
Nieuwe, snellere vormen van transport (betere infrastructuur)
Urbanisatie (grote, dichtbevolkte steden)
Luchtverontreiniging en broeikasgassen (en dus?
Slide 16 - Slide
Gevolgen van de industriële revolutie (deel 2)
Niet in het boek in dit hoofdstuk, maar wel belangrijk:
Ontstaan van klassensamenleving (arbeidersklasse)
Ontstaan van het (modern) kapitalisme
==> Gevolgen van de industrialisatie zo groot, vanaf 1800
nieuw tijdperk: De moderne tijd
Slide 17 - Slide
De Romantiek (1790-1850)
Niet alleen de economie veranderde, ook de cultuur.
Mensen verlangden tijdens de industrialisatie
terug naar het idee om dingen te doen met gevoel, in plaats van wetenschap, verstand en uitvindingen
==> Moeite met de verheerlijking van het verstand
==> Nadelen van de industriele revolutie
Dit uitte zich in kunst, literatuur, muziek en filosofie.
= de Romantiek
Bron: Casper David Friedrich, Zwei Männer in der Betrachtung des Mondes, 1819
Slide 18 - Slide
De Romantiek
Kenmerken:
Sterke nadruk op het gevoelsleven
Liefde voor de natuur, afkeer vd stad
Waardering voor tradities & boerenleven
Belangstelling voor cultuur en culturele verschillen
Belangstelling voor de geschiedenis (waarom?) en een fascinatie voor de middeleeuwen (waarom?)