Herhaling Leerstof PWW

Pak op tafel:
  • Aantekeningenschrift
  • Etui
  • Chromebook (DICHT LATEN) 
1 / 49
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 49 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Pak op tafel:
  • Aantekeningenschrift
  • Etui
  • Chromebook (DICHT LATEN) 

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • Herhaling theorie voor de PWW (Aantekeningen maken)
  • Oefenen!
  • Aan de slag met de leerstof!

  • Afsluiting van de les 
Lesdoelen:
  • Aan het eind van deze les heb ik de theorie van de module gedrag herhaald + geoefend.
  • Aan het eind van deze les weet ik welke onderwerpen ik al goed ken en aan welke onderwerpen ik nog extra aandacht moet besteden. (module Gedrag)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Week 5:  Wat is gedrag?
  • Je kunt beschrijven wat gedrag is en hoe het ontstaat.
  • Je kunt het verschil beschrijven tussen een inwendige en uitwendige prikkel en voorbeelden hierbij noemen.
  • Je kunt het begrip s​leutelprikkel​ beschrijven en hierbij ​3 voorbeelden​ noemen.
  • Je kunt uitleggen wat een supernormale prikkel is.
  • Je kunt voorbeelden benoemen van verschillende soorten gedrag.
  • Je kunt het verschil benoemen tussen aangeboren en aangeleerd gedrag met behulp van voorbeelden.

Slide 4 - Slide

Gedrag = alles wat een mens of dier doet
Jouw gedrag komt onder andere voort uit een reactie op prikkels uit de omgeving. Een prikkel is een verandering uit de omgeving waarop je kunt reageren. 

  • Uitwendige prikkel (bijv. rood stoplicht)
  • Inwendige prikkel (bijv. knorrende maag)


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Maar waarom vertoont een mens of dier gedrag? Dat heeft verschillende redenen....

Slide 7 - Slide

Aangeboren/Aangeleerd

  • Aangeboren gedrag is erfelijk bepaald, al vanaf de geboorte en hoeft niet door ouders worden aangeleerd. 

  • Aangeleerd gedrag is gedrag dat is ontwikkeld doordat een mens/dier het zichzelf leert of van anderen heeft geleerd.


Slide 8 - Slide

Week 6: Gedrag beinvloeden
  • Je kunt uitleggen hoe familie en vrienden invloed hebben op gedrag.
  • Je kunt het verschil benoemen tussen normen, waarden en wetten.
  • Je kunt voorbeelden noemen van verschillend aangeleerd gedrag (bijvoorbeeld: conditionering, inprenting, trial & error)
  • Je kunt punten voorbeelden noemen waardoor jouw ​gedrag kan worden beïnvloed.
  • Je kunt uitleggen wat een algoritme is en hoe algoritmes jouw wereldbeeld beïnvloeden.
  • Je kunt een voordeel en een nadeel noemen van algoritmes.
  • Je kunt 3 tips geven om nepnieuws te herkennen.



Slide 9 - Slide

Jouw omgeving heeft heel veel invloed op jouw gedrag. Tijdens je leven, heb je verschillend gedrag dat je aanleert. Bekijk hieronder de voorbeelden ervan.

Slide 10 - Slide

Klassieke conditionering


Hierbij veroorzaakt een prikkel een bepaalde reflex die in eerste instantie niet door die prikkel veroorzaakt werd.

Slide 11 - Slide

Jouw omgeving heeft dus invloed op jouw gedrag op verschillende manieren. Wij verwachten bepaald gedrag van de mensen om ons heen, wij gedragen ons ook, omdat dat zo moet vanuit de wet of omdat we iets belangrijk vinden

Slide 12 - Slide

Algoritmes kunnen bepalen wat jij ziet op sociale media. 

Een algoritme is een stukje code, of ook wel een instructie om een probleem op te lossen. 



  • Kun jij een voor- en nadeel noemen van algoritmes?
Nepnieuws is nieuws dat niet op waarheid berust en het heeft als doel om gedrag te beïnvloeden of om geld te verdienen. Nepnieuws is soms lastig te herkennen en wordt door sociale media snel verspreid.

  • Weet jij een tip hoe je dit kunt herkennen?

Slide 13 - Slide

Week 7: Invloed van jouw gedag
  • Je kunt voorbeelden van gevolgen van jouw gedrag op jouw lichaam en de wereld benoemen.
  • Je kunt vertellen welke soorten afval er zijn (gft, pmd, papier, glas, textiel en rest) en voorbeelden noemen bij elk soort afval.
  • Je kunt het verschil benoemen tussen biologisch afbreekbaar afval en niet biologisch afbreekbaar afval.
  • Je kunt vertellen wat de begrippen granulaat, recycling en hergebruik betekenen.
  • Je kunt vertellen waarom het belangrijk is dat we afval scheiden en recyclen.
  • Je kunt de stappen in het proces van plastic recyclen benoemen.
  • Je kunt uitleggen waar een duurzaam product aan moet voldoen.
  • Je kunt beschrijven wat jij kunt doen om bij te dragen aan een beter milieu.
  • Je kunt een nadeel noemen van palmolie



Slide 14 - Slide


Afval zoals papier en GFT kan worden afgebroken door de natuur. Dat noem je biologisch afbreekbaar afval. Er bestaat ook niet biologisch afbreekbaar afval, dat blijft maanden tot jaren achter in de natuur. Het wordt dus niet afgebroken door de natuur. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide


Bij hergebruiken wordt een product opnieuw gebruikt. 

Bij recyclen wordt een product verwerkt tot een grondstof en die grondstof wordt uiteindelijk gebruikt voor een nieuw product.


Wat zijn de voordelen van recyclen?

Slide 17 - Slide

Bekijk het filmpje over het recyclen van plastic op de website!!!

Slide 18 - Slide

Een duurzaam product is duurzaam als het hoog scoort op drie gebieden: milieu, dierenwelzijn en/of sociale aspecten rondom mens en werk (mensenwelzijn).

Bijdragen aan een duurzamer bestaan?:
- Streekproducten 
- Minder vlees 
- Voedselverspilling

Palmolie = NIET DUURZAAM!

Slide 19 - Slide

Week 8: Gedrag bestuderen
  • Je kunt beschrijven wat een etholoog doet voor zijn beroep.
  • Je kunt vertellen wat er in elke stap van een gedragsonderzoek plaatsvindt.
  • Je kunt bij verschillende uitspraken zeggen of het objectief of niet objectief is.
  • Je kunt een ethogram, protocol en staafdiagram maken bij gedrag dat je hebt geobserveerd.
  • Je kunt het gedrag van een dier bestuderen en hierbij een ethogram, protocol en staafdiagram invullen.



Slide 20 - Slide

Etholoog



De studie die gedrag onderzoekt noem je ethologie en iemand die het gedrag bestudeert noem je een etholoog



Slide 21 - Slide

Objectief handelingen beschrijven

Gedrag is dus alles wat een mens of dier doet. 

Het gedrag bestaat uit kleine stukjes, of ook wel handelingen genoemd.

Het is van belang dat je het beschrijven van het gedrag objectief doet. Objectief betekent geheel gebaseerd op feiten en niet op meningen. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Oefenen met een GIMKIT!
Ga naar: gimkit.com/join

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Aan de slag!
Ga aan het werk met de voorbereidingen voor de PWW:
  • Oefenen met lessonUp's / Wordwalls (website)
  • Quizizz / Oefenopdrachten (Classroom)
  • Leerdoelen doornemen/overhoren -> Kleuren methode (welke je al weet groen, de andere rood)
  • Begrippen leren (Flashcards maken) 
  • MindMaps maken per week (alle belangrijke woorden eromheen -> Hoofd- bijzaken scheiden) 
timer
20:00
  • Wilt er nog iemand oefenen d.m.v. Kahoot? 

Slide 26 - Slide

Afsluiting van de les 
1. Zijn er nog vragen?

2. Zijn de leerdoelen behaald?
  • Aan het eind van deze les heb ik de theorie van de module gedrag herhaald + geoefend.
  • Aan het eind van deze les weet ik welke onderwerpen ik al goed ken en aan welke onderwerpen ik nog extra aandacht moet besteden.  (module Gedrag)
Volgende les:
- Herhaling leerstof Zorg
- Laatste rondje vragen leerstof
- Starten met het werkstuk

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Pak op tafel:
  • Aantekeningenschrift
  • Etui
  • Chromebook (DICHT LATEN) 
Zitten op de vaste plekken !

Slide 29 - Slide

Lesplanning
  • Terugblik Vorige les (Ook Blooket? of niet?)
  • Herhaling theorie voor de PWW (Aantekeningen maken)
  • Oefenen! (BLOOKET)
  • Aan de slag met de leerstof!

  • Afsluiting van de les 
Lesdoelen:
  • Aan het eind van deze les heb ik de theorie van de module Zorg herhaald + geoefend.
  • Aan het eind van deze les weet ik welke onderwerpen ik al goed ken en aan welke onderwerpen ik nog extra aandacht moet besteden. (module Zorg)
  • Aan het eind van deze les heb ik geoefend met de leerstof.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Link

Zijn er nog vragen over de module: GEDRAG?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Wat hebben de soorten verzorging met elkaar te maken?

Slide 35 - Slide

Ergonomisch werken

een moeilijk woord voor: 
veilig en gezond werken voor je lichaam

Slide 36 - Slide

Voedingsstoffen & Voedingsmiddelen

  • Voedingsmiddelen:
Alles wat je eet of drinkt


  • Voedingsstoffen: 
zijn stoffen uit je voeding die het lichaam nodig heeft om te kunnen groeien, bewegen en gezond te houden.

Slide 37 - Slide

Wat zit waar in?

Slide 38 - Slide

Plantaardige producten
Dierlijke producten

Slide 39 - Slide

Mengsels
Oplossing: oplosmiddel + opgeloste stoffen, helder/doorzichtig

Emulsie: bestaat uit twee vloeistoffen die niet in elkaar kunnen oplossen,troebel of gekleurd. 

Suspensie: een vaste stof in een vloeistof, kleine deeltjes zweven, lost niet op


Slide 40 - Slide

Sommige stoffen lossen niet op in water. Als je olie en water in een glas doet en gaat roeren, lost de olie niet op en blijft het op het water liggen. 

Het mengt zelfs niet met het water. De stoffen die niet oplossen in water, hebben een andere stof nodig, zodat de stoffen uiteindelijk wel kunnen mengen met elkaar.

Slide 41 - Slide

Toch mengen..
Als je toch twee vloeistoffen wilt mengen die vanzelf niet mengen moet je een derde stof toevoegen: Emulgator 
Het soort mengsel dat dan ontstaat is troebel en heet een emulsie


Zeep is zo'n stof die ervoor kan zorgen dat er stoffen wel kunnen mengen die in eerste instantie niet kunnen mengen. 
- Mayonaise is een voorbeeld van een emulsie. 

Slide 42 - Slide

Zeep is opgebouwd uit kleine bouwstenen (moleculen), in de vorm van een kop en een staart. 
De kop houdt van water, de staart is bang voor water (fobie). 

De staart houdt van vettige stoffen en klampt zich daaraan vast. De kop houdt van water en houdt zich aan water vast.  Op die manier wordt de vettige stof zo meegenomen door het water.

Slide 43 - Slide

Ziekteverwerkkers:

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Link

Zijn er nog vragen over de module: ZORG?

Slide 46 - Slide

Aan de slag!
  • Maak het oefenblad: vragen over Herhaling ZORG
-> Als iedereen het af heeft kijken we dit klassikaal na



timer
5:00
Klaar? Ga aan het werk met de voorbereidingen voor de PWW:
Oefenen met lessonUp's / Wordwalls (website)
Quizizz / Oefenopdrachten (Classroom)
Leerdoelen doornemen/overhoren -> Kleuren methode (welke je al weet groen, de andere rood)
Begrippen leren (Flashcards maken)
MindMaps maken per week (alle belangrijke woorden eromheen -> Hoofd- bijzaken scheiden)
Oefentoets LessonUp (classroom)

Slide 47 - Slide

Afsluiting van de les 
1. Bespreken opdrachten OEFENBLAD herhaling Zorg
2. Vragenrondje (zijn er nog vragen over de leerstof?)

3. Zijn de leerdoelen behaald?
Lesdoelen:
  • Aan het eind van deze les heb ik de theorie van de module Zorg herhaald + geoefend.
  • Aan het eind van deze les weet ik welke onderwerpen ik al goed ken en aan welke onderwerpen ik nog extra aandacht moet besteden. (module Zorg)
  • Aan het eind van deze les heb ik geoefend met de leerstof.

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide