Herhaling hfst 2 pr 1 tot en met 4

Grote natuurlandschappen op aarde
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grote natuurlandschappen op aarde

Slide 1 - Slide

Ontbossing in Amazonegebied

Slide 2 - Slide

Het tropisch regenwoud ligt op hoge breedte
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

De tropen liggen:
A
Precies op de evenaar
B
Tussen 23,5 N.B en 23,5 Z.B
C
Boven de 66,5 N.B
D
Tussen de 20 en 40 N.B en Z.B

Slide 4 - Quiz


Slide 5 - Open question

Er worden veel bomen gepakt, zodat mensen kunnen gaan wonen op die plekken. Wat is nog meer een reden dat er bomen gekapt worden?
A
Het ziet er mooier uit
B
Het is beter voor de dieren die er leven
C
Winning van natuurlijke hulpbronnen

Slide 6 - Quiz

De regen die valt bij de evenaar, heeft een speciale naam:
A
Stijgingsregen
B
Dalingsregen
C
Warme regen
D
Neerslag

Slide 7 - Quiz

Waarom regent het zoveel in het Tropisch regenwoud?

Slide 8 - Open question

De outback in Australië 

Slide 9 - Slide

De bevolkingsspreiding in Australië is ongelijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

In het binnenland van Australië vindt je grote stukken land met weinig koeien/schapen. Welk begrip past hierbij?
A
Intensieve veeteelt
B
Extensieve veeteelt

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?
Je begint bij 1. dit ligt op 0 graden en eindigt bij 4. 40 graden 
1.

2.
3.
4.
Woestijn
Tropisch regenwoud
Steppe
Savanne 

Slide 12 - Drag question

In de savanne is het gemiddeld ....... droog
A
9 maanden
B
bijna altijd
C
1 tot 2 maanden
D
4 tot 6 maanden

Slide 13 - Quiz

De Inuit in het poolgebied

Slide 14 - Slide

Hoe noemen we de cirkel die op de breedtegraad 66,5 N.B ligt?

Slide 15 - Open question

Het noordpoolgebied ligt op:
A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 16 - Quiz


A
Toendra
B
Taiga
C
Loofbos

Slide 17 - Quiz

De noordpool bestaat voor een heel groot gedeelte uit zee --> zee-ijs of ook wel PAKIJS genoemd 

Slide 18 - Slide

Noem twee gevolgen van de opwarming van de aarde op het zee-ijs/pak-ijs:
A
Het zee-ijs smelt minder snel
B
Het zee-ijs is veel dunner en smelt snel
C
Er zijn noordelijke zeeroutes in de zomer
D
Er zijn noordelijke zeeroutes in de winter

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Het Lötschental

Slide 21 - Slide

De Alpen heeft bergen hoger dan 1500 meter. De Alpen noemen we dan:
A
Een heuvellandschap
B
Middelgebergte
C
Hooggebergte
D
Laagvlakte

Slide 22 - Quiz

Wat zijn de vijf hoogtegordels?
Schrijf ze in volgorde op. Van het dal naar de top van de berg

Slide 23 - Open question

Onder in het dal is het 25 graden. Zo ga ik een wandeltocht maken naar 2000 meter hoogte. Hoeveel graden is het daar? Schrijf je berekening op!

Slide 24 - Open question

Wat ga je nu doen?
1. Je maakt de opdrachten af van paragraaf 4.
2. Je gaat de opdrachten nakijken van paragraaf 1,2 en 3 en maakt de rest van paragraaf 4 thuis
3. Je hebt een vraag over de leerstof, en kan deze stellen aan de docent. Als je moet wachten, ga alvast aan de gang met keuze 1 of 2

Slide 25 - Slide