Les 33 (26-02)

Cours du 26 février
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Cours du 26 février

Slide 1 - Slide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Herhalen
     - être
     - avoir
  • Paragraphe E
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Les devoirs

Slide 2 - Slide

Presentie

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Na de les....
...kun je het werkwoord être gebruiken.

...kun je de belangrijkste informatie uit een film begrijpen

...ken je woorden die te maken hebben met schoolvakken en hoe je iemand vindt.


Slide 4 - Slide

Herhalen
Noem eens het rijtje van 'avoir' 

  • J'ai
  • Tu as
  • Il/elle/on a
  • Nous avons
  • Vous avez
  • Ils/ells ont

Slide 5 - Slide

Être
Noem eens het rijtje van 'être' 

  • Je suis
  • Tu es
  • Il/elle/on est
  • Nous sommes
  • Vous êtes
  • Ils/ells sont

Wat is 'het is'? > .....

Slide 6 - Slide

Oefenen
Vervoeg de volgende zinnen:

1. Vous ________ (être) élèves au collège Stadslyceum?
2. Nous ________ (avons) biologie aujourd'hui.
3. Noëlle ________ (être) à la cantine. 
4. Nore et Anna ________ (être) dans le cours. 
5. Tu _________ (avons) cours jusqu'à quatre heures?

Slide 7 - Slide

Regarder
We gaan samen naar het vervolg van de serie 'jeunes détectives' 
kijken. 

Paragraaf E
Maak de volgende opdrachten tijdens het kijken en luisteren:
- ex. 20a, b, c



timer
20:00

Slide 8 - Slide

Hoe vertel je over jouw schooldag?
> A: Tu es en quelle classe?

> B: Je suis en ...
> A: Tu as quelles matières le (naam van de dag)?
> B: Le (herhaal de dag), j’ai ... et ...
> A: (Kies een vak), c’est à quelle heure?
> B: (herhaal het vak), c’est à …




Slide 9 - Slide

Hoe geef ik mijn mening over leraren en 
vakken?
> A: Tu aimes la géographie?

> B: Non, je n'aime pas la géographie.
       J'ai onze sur vingt.

> A: Quelle est ta matière préférée?
> B: Ma matière préférée, c'est le français.

> A: Qui est ton prof de géographie?
> B: C'est monsieur Dupont.

> A: Il est sévère?
> B: Non, il est sympa.




Slide 10 - Slide

Hoe geef ik mijn mening over leraren en 
vakken?
> A: Tu aimes ____________(vak)?

> B: Non, je n'aime pas _____________(vak).
       J'ai _______________ (cijfer).

> A: Quelle est ta matière préférée?
> B: Ma matière préférée, c'est ____________ (lievelingsvak).

> A: Qui est ton prof de ____________(vak)?
> B: C'est ________________ (naam leraar).

> A: Il/Elle est _________ (karakter eigenschap)?
> B: Non, il/elle est _________ (tegenovergestelde eigenschap)




Slide 11 - Slide

Tâche
Jullie gaan nu bezig met je tâche. 
  • Maak groepjes van 2, 3 of 4 personen.
  • Maak een plan van aanpak:  
      - Wat ga je laten zien?
      - Wanneer ga je fotograferen?
      - Wie laat welk moment van de 
         schooldag zien?
  • Begin alvast met het maken van foto's in de school.

Slide 12 - Slide

Au travail!
Maak nu de volgende oefeningen:
- ex. 21a en b
Tâche:
Maak groepjes van 2, 3 of 4 personen.
Maak een plan van aanpak:
      - Wat ga je laten zien?
      - Wanneer ga je fotograferen?
      - Wie laat welk moment van de
         schooldag zien?
(Laat je plan van aanpak aan mij zien > goedgekeurd? Verspreid je dan door de school om alvast foto's te maken voor je poster.)


timer
20:00

Slide 13 - Slide

Afsluiting
Noem het hele rijtje van 'être'.

Vat kort samen waar de aflevering over ging. 

Noem eens 2 woorden over 'hoe je iemand vindt'



Slide 14 - Slide

Les devoirs
Maken voor de volgende les:
- ex. 21

Meenemen voor de volgende les:
- schaar
- lijm
- potloden / stiften
- washi tape

Apprendre (leren) voca E.

Slide 15 - Slide