Thema 6

Thema 6
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingBeroepsopleidingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 6

Slide 1 - Slide

Wat is de bekendste persoonlijkheidsstoornis?

Slide 2 - Open question

Wat betekent de afkorting DSM?
A
"Diagnostic and Stratigical Manoeuvre of Mental Diseases.
B
"Defense and Statistical Measurments of Mental Disorders.
C
‘Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders.
D
"Diagnose and Sickness Manual of Mental Disorders.

Slide 3 - Quiz

De DSM 5
DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders: het diagnostisch en statistisch handboek van psychiatrische aandoeningen. Dit handboek wordt uitgegeven door de American Psychiatric Association. 

Waar is de DSM voor bedoeld? 
Oorspronkelijk was het handboek bedoeld om te zorgen dat iedereen dezelfde definities hanteert voor bepaalde psychiatrische aandoeningen. Zo konden er geen verschillende interpretaties meer bestaan van een bepaalde diagnose.

De DSM wordt door psychiaters gebruikt om psychiatrische diagnoses te kunnen stellen.

Slide 4 - Slide

Wanneer spreek je van een psychiatrische stoornis?

Slide 5 - Open question

Wat houdt het medisch model in?

Slide 6 - Open question

Sigmund Freud was de grondlegger van welk model?
A
Psychoanalytische model
B
Sociale leertheorie

Slide 7 - Quiz

Bij schizofrenie is er volgens de DSM sprake van hallucinaties?
A
Feit
B
Fabel

Slide 8 - Quiz

Beschrijf wat de negatieve symptomen zijn bij schizofrenie

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Schizofrenie
Van schizofrenie is sprake als iemand een langdurige psychose of meerdere psychosen heeft doorgemaakt en in de tussenliggende periodes niet goed functioneert. Een psychose is een toestand waarbij het contact met de werkelijkheid ernstig verstoord is. Iemand ziet bijvoorbeeld beelden of hoort stemmen die er voor anderen niet zijn. Of je bent ervan overtuigd dat je wordt achtervolgd. Mensen in een psychose leven in hun eigen werkelijkheid. 

Slide 11 - Slide

Welke 2 wetten zijn voor de wet BOPZ in de plaats gekomen?

Slide 12 - Open question

Wat zijn symptomen van een depressie
A
Verminderde eetlust en neerslachtigheid
B
Concentratieproblemen
C
Verlies van interesse en plezier
D
Alle bovenstaande symptomen

Slide 13 - Quiz

Welke 2 procedures kent de wet verplichte GGZ?

Slide 14 - Open question

Depressie
Iemand heeft een depressie als hij gedurende ten minste twee weken minstens een van de volgende twee kernsymptomen (volgens de DSM IV) heeft:
Een zeer neerslachtige stemming gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag.
Een ernstig verlies van interesse in alle of bijna alle activiteiten gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag.

Slide 15 - Slide

noem nog meer stemmingsstoornissen

Slide 16 - Mind map

Wat zijn de meest voorkomende bijwerkingen van antidepressiva?

Slide 17 - Open question

Uit een depressie zich bij een oudere hetzelfde als bij een jongere?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

hoeveel clusters kent de persoonlijkheidsstoornissen in de DSM?

Slide 19 - Mind map

Wat is zijn de kenmerken bij een borderline persoonlijkheidsstoornis?
A
Weinig contact met anderen en leven vaak geïsoleerd
B
Moeite met aangaan en in stand houden van relaties en zijn vaak impulsief
C
Dwangmatig handelen en onzelfstandig

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Link

Slide 22 - Slide

Hoe hebben jullie dit thema ervaren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll