1.1 Een nieuw vak

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom bij Nask!

Even voorstellen

Wat gaan we vandaag doen?

- praktische zaken

- veiligheid

- over het vak

- theorie

- aan de slag

Wat heb je nodig bij dit vak?

- boek

- schrift (A4-formaat) 

- rekenmachine

- pen

- grijs potlood

Waar laat ik mijn telefoon?

Veiligheid in het lokaal

Zoek in het lokaal iets op wat te maken heeft met veiligheid (1min)

Nask: Natuurkunde en Scheikunde

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je beschrijven waar de vakken nask en biologie over gaan.
• Aan het einde van de les kun je het verschil benoemen tussen een stof en een materiaal.
• Aan het einde van de les kun je met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.

Wat weet je al over nask?

Definitie van nask

• Nask staat voor natuurkunde en scheikunde.
• Natuurkunde gaat over natuurverschijnselen 
• Scheikunde over stoffen die in andere stoffen kunnen veranderen.

Voorbeelden van Nask

Wat zijn natuurverschijnselen?

Verschil tussen biologie en nask

• Biologie gaat over de levende natuur.
• Nask gaat over alles in de natuur wat niet leeft. 

nask gaat over de...

1. levende natuur
2. niet levende natuur

Je doet het licht aan als het donker wordt. Licht hoort bij...

1. natuurkunde
2. scheikunde
3. biologie

Als een stof verandert in andere stoffen, dan hoort dat bij...

1. natuurkunde
2. scheikunde
3. biologie

Geluid hoort bij...

1. natuurkunde
2. scheikunde
3. biologie

Een bloeiende bloem hoort bij...

1. natuurkunde
2. scheikunde
3. biologie

Verschil tussen stof en materiaal

• Stof: waarvan iets gemaakt is.
• Materiaal: stof waarvan je een voorwerp kunt maken.

Verandering van stoffen

• Stoffen kunnen veranderen, bijvoorbeeld van toestand (natuurkunde) of in een andere stof (scheikunde).

Aan de slag

(eerste 10 minuten in stilte)

- Lees de tekst van 1.1 op bladzijde 8 en 9

- Maak de opdrachten bij 1.1 op bladzijde 10 en 11

Leerdoelencheck

1. Ik kan beschrijven waar de vakken nask en biologie over gaan.
   
2. Ik kan het verschil benoemen tussen een stof en een materiaal.
3. Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.