VSD cursus 4 §7 Beeldtaal

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

  • Herhaling vorige les
  • Kennen en kunnen
  • Paragraaf 7 beeldtaal
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil ook tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik?

Slide 3 - Open question

Letterlijk
Figuurlijk
Hij heeft een hart van goud.
Ze zijn een gouden duo.
Ik vond een gouden ring.
Morgenstond heeft goud in de mond.
De waarde van goud is hoog.
Dit is echt goud waard.

Slide 4 - Drag question

  • Beeldtaal
  • Pictogrammen
  • Emoji's
  • Uitleggen waarom beeldtaal bestaat.
  • Benoemen welke soorten beeldtaal er zijn.
  • Het verschil tussen een pictogram en emoji uitleggen.

Slide 5 - Slide

  • Wat: Maak opdracht 1 op blz. 102
  • Hoe: Alleen
  • Hulp: tekstboek en mevrouw de Vries
  • Tijd: 10 min.
  • Uitkomst: klassikaal doornemen
  • Klaar: Lees de tekst op blz. 102. Maak daarna opdracht 2.
timer
5:00

Slide 6 - Slide

= taal in beelden.

  • Het helpt ons om snel te kunnen zien wat de bedoeling is.

  • Wat is het verschil tussen een pictogram en een emoji?
Beeldtaal

Slide 7 - Slide

Is dit ook beeldtaal?

Slide 8 - Slide

Welk verkeersbord bevat geen beeldtaal?

Slide 9 - Slide

Een pictogram is een plaatje of symbool dat een tekst vervangt.

Slide 10 - Slide

In de bibliotheek vind je deze pictogrammen op spannende boeken. Welk pictogram hoort bij juiste genre?
griezel
thriller
avontuur
detective

Slide 11 - Drag question

Een emoji is een plaatje dat je bijvoorbeeld in een appje gebruikt om iets duidelijk te maken

Slide 12 - Slide

  • Wat: Maak opdracht 2, 3 en 4 op blz. 102/103
  • Hoe: zelfstandig
  • Hulp: tekstboek en mevrouw de Vries
  • Tijd: 10 min.
  • Uitkomst: bespreken
  • Klaar: Ga verder in je leesboek
timer
5:00

Slide 13 - Slide


Wat is beeldtaal?
A
Een communicatiemiddel
B
Iets uitbeelden
C
Een taal zonder woorden
D
Wat je op de tv, de computer of je mobiel ziet

Slide 14 - Quiz


Wat is géén beeldtaal?
A
het alfabet
B
grottekeningen
C
verkeersborden

Slide 15 - Quiz

Wat is een pictogram?
A
Genre dat zich afspeelt in de toekomst
B
Gedachten en gevoelens
C
Eenvoudig plaatje om iets aan te geven
D
Dagboek

Slide 16 - Quiz

Waar kom je deze pictogram tegen?
A
In het verkeer
B
In een gebouw
C
Op de computer

Slide 17 - Quiz