oefentoets comva periode 2

Oefenen
Toets vragen van COMVA om te oefenen voor de kennistoets periode 2.

Basisboek Sociaal werk;   
Thema 22.1/22.2/22.3/22.4: 
Luisteren, Samenvatten en doorvragen
Thema 25: Feedback

Sociaal werk 1;   
Thema 14: Overleg op het werk

1 / 19
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenen
Toets vragen van COMVA om te oefenen voor de kennistoets periode 2.

Basisboek Sociaal werk;   
Thema 22.1/22.2/22.3/22.4: 
Luisteren, Samenvatten en doorvragen
Thema 25: Feedback

Sociaal werk 1;   
Thema 14: Overleg op het werk

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waar staat LSD voor?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Noem de vier verschillende functies van samenvatten

Slide 3 - Open question

1. je checkt of je de ander goed begrijpt.
2. je helpt de rode draad vast te houden.
3. je stelt de ander gerust: "ik luister echt naar je".
4. je bouwt een brug naar een volgend onderwerp.
Wat doe je als je parafraseert?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Wanneer stel je een open vraag?

Slide 5 - Open question

Als je wilt horen hoe iemand zich voelt of over iets denkt of als je veel informatie op wilt halen.
Met welk woord begint een open vraag?
A
Is of zijn
B
Waarom of welke
C
Wie of wanneer
D
Wat of hoe

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van een gesloten vraag en leg uit waarom dit een gesloten vraag is.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat doet een reflecterende vraag?

Slide 8 - Open question

Een reflecterende vraag laat de ander nadenken over zijn eigen situatie, gevoel of rol.
Leg het verschil uit tussen een keuzevraag en een dubbele vraag.

Slide 9 - Open question

Het verschil tussen een keuzevraag en een dubbele vraag is het aantal verschillende vragen die gesteld worden.
Bij een keuzevraag wordt een vraag gesteld met meerdere antwoordmogelijkheden (keuzes).
Bij een dubbel vraag worden er meerdere vragen gesteld met meerdere antwoordmogelijkheden.
Welke regels voor feedback geven zijn er? (10)

Slide 10 - Open question

De regels voor het geven van feedback zijn:
1. benoem het gevoel dat het bij je oproept
2. benoem feiten
3. geef geen waardeoordeel
4. geef feedback op gedrag, niet op de persoon
5. gebruik de ik-vorm
6. benoem gedrag
7. doseer feedback
8. wees correct
9. kies het juiste moment
10. vraag of de ander het gedrag herkent
Benoem de twee niveaus waarop je feedback kan geven en geef de kenmerken van deze niveaus.

Slide 11 - Open question

Je kan feedback geven op inhoudsniveau en betrekkingsniveau.
Feedback op inhoudsniveau gaat over de inhoud van de boodschap, op wat gezegd wordt. Het gaat over wat letterlijk gezegd wordt.
Feedback op betrekkingsniveau gaat over hoe de boodschap opgevat moet worden.
Johari-matrix
Bekend bij jezelf
Bekend bij een ander
Onbekend bij jezelf
Onbekend bij een ander
Open ruimte
Blinde vlek
Verborgen gebied
Onbekend gebied

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Welke onderdelen van een raamagenda weet je?

Slide 13 - Open question

Een raamagenda bestaat uit:
1. opening
2. bespreking notulen vorige keer
3. mededeling
4. ingekomen en uitgaande stukken
5. discussiepunt 1
6. discussiepunt 2
7. discussiepunt 3
8. wvttk
9. rondvraag
10. sluiting
Wat is een ander woord voor vergadering?
A
Een informeel overleg
B
Een formeel overleg
C
Een principieel overleg
D
Een vooroverleg

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat w.v.t.t.k. voor?

Slide 15 - Open question

w.v.t.t.k. staat voor: wat verder ter tafel komt
Waar staat BOB-fasen voor?

Slide 16 - Open question

BOB fasen staat voor beeldvorming, oordeelsvorming, besluitvorming
Welke 5 vergaderdoelen zijn er?

Slide 17 - Open question

Informeren, Brainstormen, Evalueren, Probleem oplossen en Besluit nemen
Hoe goed moet je nog leren
voor je kennistoets?

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions