4.2 Leren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

4) Gaat het in de volgende zin om gedrag?
''Je tikt met je vingers op tafel''

1. JA
2. NEE

4) Gaat het in de volgende zin om gedrag?
''Je knippert met je ogen''

1. JA
2. NEE

4) Gaat het in de volgende zin om gedrag?
''De hond ligt stil in de mand''

1. JA
2. NEE

4) Gaat het in de volgende zin om gedrag? ''Naast de voerbak staat een grote plant''

1. JA
2. NEE

7) De hond krijgt twee prikkels: ''voerbak'' en ''honger''
Welke prikkel komt van buiten het lichaam van de hond

1. Voerbak
2. Honger

7) De hond krijgt twee prikkels: ''voerbak'' en ''honger''
Welke prikkel komt van binnen het lichaam van de hond

1. Voerbak
2. Honger

Op welke manier wordt hier geleerd?

1. Imiteren
2. Oefenen
3. Inzicht
4. Belonen en straffen

Is al het gedrag aangeleerd?

1. JA
2. NEE

Is dit een reflex of aangeboren gedrag?

1. Reflex
2. Aangeboren gedrag

Op welke manier wordt er geleerd?

Imiteren

Aanleren van gedrag door geluiden na te doen

Inzicht

Aanleren van gedrag door zelf na te denken

Oefenen

Aanleren van gedrag door te oefenen

Belonen en straffen

Aanleren van gedrag door Conditioneren
> Ivan Pavlov