Oefenen 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Oefenen 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2

Kennen voor je PTO

• Je leert hoe je er vanbinnen uitziet en uit welke delen je lichaam is opgebouwd. (1.1)
• Je leert hoe je een onderzoek doet. (1.4)
• Je leert de namen van je botten, de taken van het skelet en waar botten uit bestaan. (2.1)
• Je leert hoe botten aan elkaar zitten, hoe een gewricht werkt en welke soorten gewrichten er zijn. (2.2)
• Je leert hoe je spieren zijn gebouwd en hoe ze samenwerken. (2.3)
• Je leert welke zintuigen je hebt en hoe je lichaam op prikkels reageert. (3.1)
• Je leert hoe je ogen zijn gebouwd, hoe je genoeg licht in je ogen krijgt, waardoor je scherp kunt zien en hoe je diepte kunt zien. (3.2)
• Je leert wat gedrag is en hoe het ontstaat. (4.1)
• Je leert hoe mensen en dieren leren, hoe je dieren traint, wat reflexen zijn en wat aangeboren en aangeleerd gedrag is. (4.2)

Een invloed uit de omgeving die kan worden opgevangen door een zintuig noemen we:

1. Een impuls
2. Een prikkel
3. Een signaal
4. Een waarneming

Hoe noemen we een elektrisch signaaltje dat van een zintuig af komt?

In je oog gaat het licht door:

1. Pupil - hoornvlies - lens - glasachtig lichaam - netvlies
2. Hoornvlies - lens - pupil - glasachtig lichaam - netvlies
3. Hoornvlies - pupil - lens - glasachtig lichaam - netvlies
4. Hoornvlies - pupil - lens - netvlies - glasachtig lichaam

Hoe heet nummer 1?

Hoe heet nummer 2?

Hoe heet nummer 3?

Hoe heet nummer 4?

Hoe heet nummer 8?

Hoe heet nummer 9?

Hoe ziet je lens eruit als je iets van dichtbij wilt bekijken?

1. Hol
2. Bol
3. Je lens heeft altijd dezelfde vorm

Als je verziend bent krijg je een:

1. + bril, met bolle lezen
2. + bril, met holle lenzen
3. - bril, met bolle lenzen
4. - bril, met holle lenzen

In welk orgaan wordt je je bewust van een prikkel?

1. Huid
2. Oog
3. Zenuw
4. Hersenen

Je voelt met je hand aan de verwarming. Hij is koud en staat niet aan.

Je besluit hem daarom aan te zetten.

Zet de route van het signaal van voelen dat de verwarming koud is, tot aan het aanzetten van de verwarming in de goede volgorde.

Kies uit: hersenen – spieren – zintuig – ruggenmerg (2x) – gevoelszenuw – bewegingszenuw

Wat is gedrag?

Gaat het in de volgende zinnen over gedrag?

Ja

Nee

Je tikt met je vingers op tafel.

Je knippert met je ogen.

De hond ligt stil in de mand.

Naast de voerbak staat een grote plant.

Biologen hebben geen mening over gedrag.

Je ziet hier 4 uitspraken die mensen deden over dieren. Geef aan welke wel en welke niet door een bioloog zijn gedaan.

Wel

Niet

De kip pikt een zaadje op.

De hond geeft zijn baas een pootje.

De kippen kijken dom om zich heen.

De kat ging lief spelen.

Wat is een prikkel?

Wat moet er worden ingevuld op de puntjes.

Een prikkel kan van ... je lichaam komen of van ...

Gaan de onderstaande zinnen over gedrag of over een prikkel.

Prikkel

Gedrag

De hond ruikt zijn voer.

je hond ziet je bij de voerbak.

De hond loopt naar je toe.

De hond begint te eten.

Wat is een handeling?

Welke woorden horen bij imiteren en welke bij oefenen?

Imiteren

Oefenen

Babypop verzorgen

Afkijken wat een ouder doet

Herhalen

Nadoen

Steeds beter worden

Leren lopen

Wat is leren door inzicht?

Welke woorden horen bij imiteren en welke bij oefenen?

Aangeleerd

Aangeboren

Lezen

Plassen

Een boterham smeren

Huilen

Zitten

Slikken