Poëzie pensum 4

Poëzie 1h/v pensum 4
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Poëzie 1h/v pensum 4

Slide 1 - Slide

15 minuten lezen
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Wat is poëzie?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Wat is poëzie?

Slide 5 - Mind map

Veel wit

Slide 6 - Slide

Enjambement
Ik wil je kussen
lenen mag dat?

Ik hou niet van voetballen
die lek zijn

Bijna nooit zie je een vogel in de lucht
zich bedenken, zwenken, terug.                       - Judith Herzberg


Slide 7 - Slide

Bedenk zelf een enjambement

Slide 8 - Open question

Rijm
Eindrijm: de laatste woorden van een versregel rijmen
pas bij windkracht negen
word ik een beetje verlegen

Beginrijm: de eerste letters van een woord zijn hetzelfde
gejuich en gejoel,
geroep en geschreeuw

Klinkerrijm: woorden hebben dezelfde klank
duizend wuivende handen
en een fluisterzacht applaus

Slide 9 - Slide

Maak een lange zin met zoveel mogelijk beginrijm.
Voorbeeld: Met bibberende benen bewoog ik behoedzaam door het bramenbos.

Slide 10 - Open question

Beeldspraak
Je verbeeldt dat wat je wilt zeggen met andere woorden. 
Bijvoorbeeld: Zij is heel erg sterk -> Zij is zo sterk als een leeuw
Je vergelijkt het ene woord dus met een ander woord. Nu is het meteen duidelijk hoe sterk deze vrouw is. Zonder dat je het doorhebt, gebruik/hoor je zelf ook dagelijks beeldspraak. Denk maar eens aan steenkoud, vliegensvlug, beresterk et cetera.

Slide 11 - Slide

Beeldspraak: metafoor
Een metafoor is een vorm van beeldspraak waarbij geen vergelijkingswoord (als, zoals, net een …) gebruikt wordt.
Het woord komt zelf dus in de metafoor ook niet voor.
Eigenlijk worden het een soort raadseltjes. Bijvoorbeeld:
Wespen: zoemende naalden
Beren: grommende bontjassen
Lantaarnpaal: lange lichtgever

Slide 12 - Slide

Verzin een metafoor van minimaal
twee woorden voor dit dier.

Slide 13 - Open question

Raadgedicht 1
Dit gedicht is van Jos van Hest. Welk woord is afgeplakt?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Mind map

Raadgedicht 2
Dit gedicht is van Jaap Robben. Welk woord is afgeplakt?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Mind map

Zelf aan de slag!

Slide 18 - Slide

Stiftgedichten

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Schrijf een stiftgedicht
  • Bekijk de pagina uit het boek.
  • Onderstreep zinnen en beelden die jou aanspreken.
  • De overige woorden en zinnen kun je wegstiften.
  • Je mag ook zelf zinnen en woorden toevoegen.
  • Klaar? Er zijn bladzijden genoeg, maak er nog één!
NB: Ben je een kunstenaar? Maak ook zo’n mooi exemplaar als het voorbeeld hiernaast!


Slide 22 - Slide