havo 3 - begrijpend lezen en argumenteren

Welke stappen van begrijpend lezen ken je?
1 / 13
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welke stappen van begrijpend lezen ken je?

Slide 1 - Open question

Waar let je op bij oriënterend lezen?

Slide 2 - Open question

Wat is het doel van grondig/kritisch lezen?

Slide 3 - Open question

Waaruit bestaat een alinea?

Slide 4 - Open question

Feitelijke argumenten zijn subjectief.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Een standpunt dat onderbouwd wordt door een hoofdargument met een of meer subargumenten noem je:
A
nevenschikkende argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
enkelvoudige argumentatie

Slide 6 - Quiz

Programma
  1. Dinsdag 25 juni 2-toets Lezen
  2. Groepsopdracht begrijpend lezen & argumenten
  3. Individuele opdracht argumenten uitwerken
  4. Klaar? Opdr. 6 op blz. 235 of lezen/boekverslag
  5. Einde les terugblik individuele opdracht

Slide 7 - Slide

Groepsopdracht 1
  1. Tafels in groepjes van vier.
  2. Nummer elkaar binnen het groepje van 1 tot 4
  3. Luister naar verdere instructies

Slide 8 - Slide

Argumenten voor
  • je wordt er weerbaar van
  • brengt mensen bij elkaar 
  • je leert grenzen opzoeken
  • je leert je plek kennen
  • iedereen is gelijk

Slide 9 - Slide

Argumenten tegen
  • plek van vrouw t.o.v. man/houding tegenover vrouwen
  • regels zijn relatief
  • context voor sadistisch tuig
  • seksisme
  • gesloten karakter > gebrek aan realiteitszin

Slide 10 - Slide

Groepsopdracht 2
Sorteer de fragmenten van beide columns in de juiste volgorde in circa 10 minuten.

Slide 11 - Slide

Individuele opdracht
  • Kies een argument voor of tegen ontgroeningen en werk dat uit in een alinea van ongeveer 150 woorden. 
  • Werk in documenten en deel het mij.
  • Klaar? Lezen/boekverslag. Of maak opdracht 6 op blz. 235 als voorbereiding op de toets. De antwoorden krijg je per mail.

Slide 12 - Slide

Terugblik
  • Alinea's voorlezen
  • Toehoorders: noteer de argumenten. Zijn ze onderschikkend of nevenschikkend? Zijn ze feitelijk of waarderend?

Slide 13 - Slide