This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Nederlands - Jolien de Kock
Slide 1 - Slide
Doelen van deze les
-Je kunt het verschil tussen een standpunt/argument benoemen.
-Je kunt argumenten uit een leestekst halen.
Slide 2 - Slide
Stelling
-Vaak dwingend en zwart/wit. Je 'moet' iets.
-Standpunt geeft aan wat je ervan vindt.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
In wat voor soort teksten komen stelling/standpunten/argumenten voor?
A
verhalende teksten
B
informatieve teksten
C
betogende teksten
D
instructieve teksten
Slide 5 - Quiz
Leestekst
Lees de leestekst (deze wordt in de chat gezet).
timer
5:00
Slide 6 - Slide
Wat geeft het karakter van de leestekst het best weer?
A
De auteur geeft vooral de feitelijke situatie weer van de zorg.
B
De auteur geeft vooral zijn eigen mening over de zorg.
C
De auteur is vooral negatief gestemd over de marktwerking in de zorg.
D
De auteur geeft vooral de mening van diverse betrokken partijen bij de zorg weer.
Slide 7 - Quiz
In alinea 5 staat: 'Maar er gaat ook veel in de zorg verkeerd.' In welke alinea('s) vind je de argumenten die gebruikt worden om dit standpunt te onderbouwen?