4.4 Geleedpotigen en gewervelden

4.4 Geleedpotigen en gewervelden

1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.4 Geleedpotigen en gewervelden

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Uitleg lesstof BS 4.4

Zoekopdracht 10 minuten

opdrachten maken



Slide 2 - Slide

Leerdoelen 4.4
Je kunt geleedpotigen indelen door te kijken naar het aantal segmenten en het aantal poten.

Je kunt gewervelden indelen door te kijken naar oa. de bouw en de manier van voortplanten.

Slide 3 - Slide

Ordening - Dieren
4 rijken:
7 stammen:

Slide 4 - Slide

Ordening dieren
  • Op basis van symmetrie en het skelet.

  • Dieren worden ingedeeld in stammen:
  • Sponsdieren, neteldieren, weekdieren, wormen,
    stekelhuidigen, geleedpotigen en gewervelden.

Ezelsbruggetje: R-S-K-O-F-G-S.

Slide 5 - Slide

Indeling van het dierenrijk
Indeling dierenrijk in 7 stammen.

 Geleedpotigen en gewervelden 
bespreken we deze les.

Slide 6 - Slide

Geleedpotigen
Kenmerken:
Uitwendig skelet = een pantser
Poten zijn geleed, bestaan uit kleine stukjes 
--> De stukjes heten leden
Lichaam is ook opgebouwd 
in stukjes = segmenten 
(met poten daaraan)

Slide 7 - Slide

Geleedpotigen: indeling in 4 groepen/klassen.
Duizendpotigen: meer dan 10 poten
(Hele lijf bestaat uit segmenten)
Kreeftachtigen: 10 poten
(Achterlijf bestaat uit segmenten)
Spinachtigen: 8 poten
(Kopborststuk en een achterlijf)
Insecten: 6 poten
(Kopborststuk en achterlijf)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Gewervelden
Gewervelden hebben een inwendig skelet met een wervelkolom

Slide 10 - Slide

Indelen gewervelden in 5 klassen

  1. Vissen
  2. Amfibieën
  3. Reptielen
  4. Vogels
  5. Zoogdieren

Slide 11 - Slide

Indeling gewervelden
Bij het indelen van de gewervelde dieren letten we op 5 kenmerken:
De huid (veren, schubben, slijm of haar),
De lichaamstemperatuur (koud-/ warmbloedig),
De ademhalingsorganen (longen, kieuwen of huid),
De manier van voortplanten (eieren of levendbarend)
Milieu (land, water in de lucht)

Slide 12 - Slide

Zoek op (10 min)
Zoek de kenmerken ( huid, voortplanting, warm/koudbloedig, milieu en ademhaling) op van onderstaande gewervelden en schrijf ze op (tip blz 259)
  • Vissen
  • Amfibieën
  • Reptielen
  • Vogels
  • Zoogdieren
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Kenmerken van vissen
  1. Tweezijdig symmetrisch.
  2. Heeft een inwendig skelet en heeft een wervelkolom.
  3. De huid is meestal bedekt met schubben.
  4. Het dier leeft in het water.
  5. De vis is koudbloedig, (kan geen eigen warmte aanmaken)
  6. Halen adem met kieuwen (heel soms met longen)
  7. Leggen eieren zonder schaal.

Slide 14 - Slide

Kenmerken van amfibieën
  1. Hebben als jong dier kieuwen en als volwassen dier longen.
  2. Ze maken een gedaanteverwisseling (metamorfose) door.
  3. Leggen eieren in het water.
  4. Leven zowel in het water als op het land
  5. Hebben een slijmerige huid.
  6. Koudbloedig.
  7. Inwendig skelet

Slide 15 - Slide

Kenmerken van reptielen
  1. Reptielen zijn koudbloedige gewervelde dieren
  2. Ze hebben een droge geschubde huid,
  3. Ze leven veelal op het land, maar ook in het water
  4. Ze halen adem via de longen
  5. Eieren met leerachtige schaal 

Slide 16 - Slide

Kenmerken van vogels
  1. De vogels vallen onder de gewervelden. 
  2. Vogels zijn tweezijdig symmetrisch, 
  3. Hebben longen
  4. Huid met veren
  5. Leggen eieren met kalkschaal
  6. Leven vooral in de luchtW
  7. Warmbloedig

Slide 17 - Slide

Kenmerken van zoogdieren
  1. Zoogdieren-> levendbarend: jongen worden levend geboren
  2. Na de geboorte drinken alle zoogdieren melk bij hun moeder
  3. Zoogdieren hebben longen om adem te halen
  4. Alle zoogdieren hebben haren
  5. Zoogdieren hebben een inwendig skelet
  6. Zoogdieren zijn warmbloedig
  7. Leven op het land

Slide 18 - Slide

Warm- en koudbloedig
  • Als de lichaamstemperatuur constant is: Warmbloedig
  • vb. mensen

  • Als de lichaamstemperatuur gelijk is aan de omgeving: Koudbloedig
  • vb. slangen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Zelfstandig werken
Lezen BS 4 Geleedpotigen en gewervelden

Maken opdrachten: 1, 2, 4, 6, 7

Klaar?->Ga nakijken


timer
10:00
Toets thema 4  
10 december
blz 228-271

Slide 21 - Slide

4.4 Practicum microscopie
Eéncellige organismen (pantoffeldiertje)
of
Watervlo (geleedpotige)

Slide 22 - Slide

Pantoffeldiertje
  • Eencellig organisme.
  • Ademhaling via de celmembraan.
  • Uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide door de celmembraan.

Slide 23 - Slide

Aan het werk:
Boek blz. 274 pantoffeldiertje practicum 1 maken.
of
Boek blz. 282 watervlo practicum 7 maken.
Denk aan de tekenregels van microscopie.
Klaar?-> Lever je tekening in met naam
Klaar?-> Ga verder met opdrachten BS 4.4 : 1, 2, 4, 6, 7  of ga verder met Freek Vonk's vlog.

Slide 24 - Slide