kua § 4.2

Kua 19 januari
- Bespreken opdracht 21, 22, 26 (§ 4.1)
- Uitleg en oefeningen § 4.2
- Zelfstandig werken: opdracht 27, 28, 29, 30, 32
1 / 38
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Kua 19 januari
- Bespreken opdracht 21, 22, 26 (§ 4.1)
- Uitleg en oefeningen § 4.2
- Zelfstandig werken: opdracht 27, 28, 29, 30, 32

Slide 1 - Slide

21. Antwoord, twee van de volgende:

- Melodie: van bijna eentonig naar zeer beweeglijk.
- Melodie: de meerstemmigheid wordt complexer.
- Toonduur: de noten worden van korte duur.
- Klankkleur: van dreigend en donker naar licht en bevrijdend.

Slide 2 - Slide

22. Strekking antwoord:

De tekst van het liedje gaat over ingehouden verdriet, met woorden als 'koud' en 'versteend' wordt dit aangegeven. Op het moment dat de emotie de overhand krijgt -als het verdriet niet meer kan worden ingehouden- ondersteunt de vloeiende melodie de tekst: 'dan eigenlijk stromen de tranen'. De melodie gaat stromen zoals de tranen stromen.

Slide 3 - Slide

26. Antwoord:

- Stijlverandering 1: Het brede publiek is minder goed op de hoogte van de mythologie. Door de mythologische personages meer menselijke trekken te geven kan het publiek zich beter met de personages identificeren.
- Stijlverandering 2: Een grote bezetting met koor en groot orkest kost (te) veel geld. Ingewikkelde instrumentale stukken vragen meer voorbereiding en betere muzikanten, ook dat is (te) duur.
- Stijlverandering 3: De aria's drukken emotie uit, het grote publiek regeert positief op breed uitgemeten emoties. Het drama wordt hierdoor verhoogd.

Slide 4 - Slide

26. Antwoord:

- Stijlverandering 1: Het brede publiek is minder goed op de hoogte van de mythologie. Door de mythologische personages meer menselijke trekken te geven kan het publiek zich beter met de personages identificeren.
- Stijlverandering 2: Een grote bezetting met koor en groot orkest kost (te) veel geld. Ingewikkelde instrumentale stukken vragen meer voorbereiding en betere muzikanten, ook dat is (te) duur.
- Stijlverandering 3: De aria's drukken emotie uit, het grote publiek regeert positief op breed uitgemeten emoties. Het drama wordt hierdoor verhoogd.

Slide 5 - Slide

§ 4.1 Italiaanse hoven
15e eeuw: renaissance - Florence

  • Interesse in en bestuderen van klassieke literatuur
  • Hoven (adel) geven impuls aan kunst en cultuur
  • Beeldende kunst: oudheid + bijbel
  • Muziek: opera

Slide 6 - Slide

§ 4.2 Rome
Begin 16e eeuw

  • Stad met veel ruïnes en open plekken
  • Hart van het katholieke geloof

Slide 7 - Slide

Wat weet je van het katholieke geloof? Noteer 1 antwoord per keer.

Slide 8 - Mind map

§ 4.2 Rome
Rooms-katholieke kerk
  • Christelijk
  • Paus aan het hoofd
  • Hoogste macht: Vaticaan (Rome)
  • Heiligenverering

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Donatello, Leonardo, Michelangelo... Wie missen we nog?
A
Versace
B
Da Vinci
C
Rafael
D
Buonarotti

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welke klassieke invloeden herken je in dit kerkgebouw? Noteer 1 antwoord per keer.

Slide 19 - Mind map

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

§ 4.2 Rome
Je hebt al een aantal afbeeldingen van barokke bouwwerken gezien. Er komen nu afbeeldingen van verschillende barokke kunstwerken. Noteer voor jezelf waaraan je barok-kunst kan herkennen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Wat zijn volgens jou kenmerken van barok-kunst?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Op welke manier(en) wordt de aandacht van de beschouwer gestuurd? En waarheen?

Slide 30 - Slide

Op welke manier(en) wordt de aandacht van de beschouwer gestuurd? En waarheen?

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Hoe komt de Sint Pieter aan zijn naam?
A
Apostel Petrus ligt daar begraven.
B
Hij ligt aan het einde van het Pieterpad.
C
Pietro del Bramante was de architect.
D
De eerste paus (Pietro) is daar gedoopt.

Slide 33 - Quiz

In de katholieke kerk kon je je zonden afkopen. Hoe noemen we zo'n koop?

Slide 34 - Open question

In de barok speelden kunstenaars met licht. Hoe noemen we dit schaduwspel?
A
Schaduwcontrast.
B
Licht-donkercontrast
C
Clair-obscur
D
Chiaroscuro

Slide 35 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van
barok-kunst? (beeldend)
A
Dramatiek
B
Clair-obscur
C
Dynamiek
D
Consonant

Slide 36 - Quiz

De katholieke kerk begon een 'charme-offensief' in de 16e eeuw, waarin o.a. Rome werd voorzien van prachtige beeldhouwwerken. Hoe noemen we dit offensief?

Slide 37 - Open question

§ 4.2 Rome
Nu:
  • Samenvatten § 4.2
  • Maken opdracht 27, 28, 29, 30, 32

Slide 38 - Slide