What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3E ch5 semaine 20
Het bijvoeglijk naamwoord
Vormt zich naar het zelfstandig naamwoord.
De s
tandaard regel:
Mannelijk enkelvoud:
-
grand
Vrouwelijk enkelvoud:
+ e
grand
e
Mannelijk meervoud:
+ s
grand
s
Vrouwelijk meervoud:
+ es
grand
es
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het bijvoeglijk naamwoord
Vormt zich naar het zelfstandig naamwoord.
De s
tandaard regel:
Mannelijk enkelvoud:
-
grand
Vrouwelijk enkelvoud:
+ e
grand
e
Mannelijk meervoud:
+ s
grand
s
Vrouwelijk meervoud:
+ es
grand
es
Slide 1 - Slide
Vul de juiste vorm in:
la _________________ maison
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites
Slide 2 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
les amis _____________________
A
américain
B
américaine
C
américains
D
américaines
Slide 3 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
une personne __________________
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes
Slide 4 - Quiz
Vul de juiste vorm in:
la mer ___________________ (bleu)
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Vul de juiste vorm in:
Laura est _________________ (heureux)
Slide 7 - Open question
Vul de juiste vorm in:
La semaine _____________ (dernier)
Slide 8 - Open question
Vul de juiste vorm in:
Les mères _________________ (actif)
Slide 9 - Open question
Vul de juiste vorm in:
"J'ai une (bon) _____________ idée!"
Slide 10 - Open question
Vul de juiste vorm in:
Paul a un vélo (vert) _______________
Slide 11 - Open question
Vul de juiste vorm in:
Il parle la langue (italien) ___________
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Het is een mooi meisje
C'est une ......... fille ..........
A
c'est une fille belle
B
c'est une beau fille
C
c'est une fille belles
D
C'est une belle fille
Slide 14 - Quiz
Dat is een goed idee
C'est une ....... idée .........
A
C'est une idée bonne
B
C'est une bonne idée
C
C'est une bon idée
D
C'est une idée bon
Slide 15 - Quiz
Dat zijn sportieve jongens.
Ce sont des .......... garçons ........
A
Ce sont des garçons sportives
B
Ce sont des garçons sportif
C
Ce sont des garçons sportifs
D
Ce sont des garçons sportive
Slide 16 - Quiz
Een grote auto
Une ........ voiture
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands
Slide 17 - Quiz
Hij heeft blauwe ogen. =
A
Il a les yeux verts.
B
Il a les yeux bleus.
C
Il a les yeux bleu.
D
Il a les cheveux bleus.
Slide 18 - Quiz
1 C'est un appartement joli
2 Ses premiers chansons sont en anglais.
3 C'est un confortable hôtel.
4 Tu as une bonne idée.
5 Ici, il y a des sympas profs.
6 Elle est une jalouse fille.
7 J'ai une petite soeur.
PLAATS van het bijvoeglijk naamwoord : Is de zin goed of fout? Sleep de ster achter de zin naar het goede vak.
Slide 19 - Drag question
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
More lessons like this
2AH - herhaling + oefeningen bijvoeglijk naamwoord
February 2024
- Lesson with
45 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
3E - vr. 27/9/2024
September 2023
- Lesson with
38 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3C - wo. 27/9/2023
September 2023
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3h So A/D L'adjectif qualificatif / het bijvoeglijk naamwoord (vorm en plaats)
September 2022
- Lesson with
46 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
L'adjectif qualificatif / het bijvoeglijk naamwoord (alleen vorm)
November 2021
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
L'adjectif qualificatif / het bijvoeglijk naamwoord (vorm en plaats)
April 2022
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
bijvoeglijk naamwoord
2 days ago
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
L'adjectif qualificatif / het bijvoeglijk naamwoord (vorm en plaats)
October 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3