Rekenen blz 21 en 22

Les 5: minsommen
Pak bladzijde 21 en 22 uit je boek erbij en let goed op!!
1 / 6
next
Slide 1: Slide
RekenenSpeciaal OnderwijsLeerroute 3

This lesson contains 6 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 7 min

Items in this lesson

Les 5: minsommen
Pak bladzijde 21 en 22 uit je boek erbij en let goed op!!

Slide 1 - Slide

Vandaag gaan we het hebben over minsommen.
Minsommen zijn sommen waar je iets afrekent, bijvoorbeeld:
Emmy gaat 5 appels halen. Er is korting bij de supermarkt. 5 appels kosten 2 euro. Maar er is korting. Elke appel is 20 cent minder. Hoeveel kosten de appels dan?
Je mag geen rekenmachine gebruiken!

Slide 2 - Slide

Iris gaat een feest houden. Dat kost 20 euro. Ze neemt 4 gasten mee. Op de dag van het feest is helaas één van de gasten ziek, dus gaat er 5 euro vanaf. Hoeveel kost het feest dan?
A
10
B
15
C
12
D
22

Slide 3 - Quiz

Bij de vorige vraag was de som:
20-5 = ?
Dit is wat je doet:
twintig eieren. Je doet er 5 eieren weg. Hoeveel heb je dan nog over? Je hebt er dan nog 15 over. Dus het antwoord is 15.

Slide 4 - Slide

Amber is de baas van een aardbeienzaak. Elke dag geeft ze 10 euro weg voor het betalen van de lampen. Amber had aan het begin van de week 100 euro. Aan het eind van de week had ze 70 euro weggegeven. Hoeveel heeft ze nu nog over?
A
13
B
90
C
30
D
36

Slide 5 - Quiz

Amber gaf dus 70 euro weg in die week, en ze had 100 euro.
De som is dan: 100-70 = ?
Reken het uit je hoofd: wat is 100 min 70?
Probeer het zonder een rekenmachine te doen.
Het antwoord is... 30!

Slide 6 - Slide