What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H6.4AB
Leerdoelen voor deze les:
Hoeken berekenen met cosinus, tangens en sinus
Zijden berekenen met cosinus, tangens en sinus
Leg je rekenmachine vast klaar
1 / 54
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
54 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Leerdoelen voor deze les:
Hoeken berekenen met cosinus, tangens en sinus
Zijden berekenen met cosinus, tangens en sinus
Leg je rekenmachine vast klaar
Slide 1 - Slide
We beginnen met
Hoeken berekenen met cosinus, tangens en sinus
Slide 2 - Slide
In een rechthoekige driehoek heb je altijd twee rechthoekszijden en één schuine zijde.
Slide 3 - Slide
In een rechthoekige driehoek heb je altijd twee rechthoekszijden en één schuine zijde.
In de figuur hierboven is A de rechte hoek en de rechthoekszijden zijn de lijnstukken die aan de rechte hoek vast zitten, dus hier AB en AC
Slide 4 - Slide
BC is dus de schuine zijde, de schuine zijde is altijd de langste zijde
Slide 5 - Slide
Vanuit hoek B gezien is AB de aanliggende rechtshoekzijde, want lijnstuk AB zit aan hoek B vast.
Slide 6 - Slide
Vanuit hoek B gezien is AB de
aan
liggende rechtshoekzijde, want lijnstuk AB zit
aan
punt B vast.
Vanuit hoek C gezien is AC de aanliggende rechthoekszijde, want lijnstuk AC zit aan punt A vast
Slide 7 - Slide
Als we straks hoeken gaan uitrekenen moet je dus eerst weten welke de schuine zijde, aanliggende zijde en rechthoekszijden zijn.
Slide 8 - Slide
TOA
SOS
CAS
Slide 9 - Slide
TOA
SOS
CAS
Slide 10 - Slide
Als ik hier hoek B moet uitrekenen moet ik dus kijken wat de schuine zijde, de aanliggende en de overstaande rechthoekszijden zijn
Hoe groot is hoek B?
Slide 11 - Slide
Hoek
C
is de rechte hoek, dus A
C
en B
C
zijn de rechtshoekzijden en AB is de schuine zijde.
Hoe groot is hoek B?
Slide 12 - Slide
Hoek
C
is de rechte hoek, dus A
C
en B
C
zijn de rechtshoekzijden en AB is de schuine zijde.
Nu moeten we gaan kijken welke de aanliggende en welke de overstaande rechthoekszijde is vanuit hoek B gezien.
Hoe groot is hoek B?
Slide 13 - Slide
Vanuit hoek B gezien is BC de aanliggende en AC de overstaande rechtshoekzijde.
Hoe groot is hoek B?
aanliggend
overstaand
schuin
Slide 14 - Slide
Vanuit hoek B gezien is BC de aanliggende en AC de overstaande rechtshoekzijde.
Je weet dus de lengte van de
O
verstaande en de lengte van de
S
chuine zijde. In het ezelsbruggetje is dat S
O
S
, dus je gebruikt de sinus
Hoe groot is hoek B?
aanliggend
overstaand
schuin
Slide 15 - Slide
Hoe groot is hoek B?
aanliggend
overstaand
schuin
sin hoek B = =
A
B
A
C
4
,
1
2
Slide 16 - Slide
Hoe groot is hoek B?
aanliggend
overstaand
schuin
sin hoek B = =
hoek B = sin
-1
(2 : 4,1)= 29,2
o
A
B
A
C
4
,
1
2
Slide 17 - Slide
We gaan nu stap voor stap deze vraag oplossen.
Hoe groot is hoek Q?
Slide 18 - Slide
Welke zijden zijn de rechthoekszijden?
A
PR en PQ
B
QR en PQ
C
QR en PR
D
weet ik niet
Slide 19 - Quiz
Hoek
R
is de rechte hoek dus Q
R
en P
R
zijn de rechthoekszijden, dus PQ is de schuine zijde
Hoe groot is hoek Q?
Slide 20 - Slide
QR en PR zijn dus de rechthoekszijden.
Welke zijde is de aanliggende rechthoekszijde vanuit hoek Q gezien
A
QR
B
PR
Slide 21 - Quiz
Hoek
R
is de rechte hoek dus Q
R
en P
R
zijn de rechthoekszijden, dus PQ is de schuine zijde
Q
R is de aanliggende zijde, want zit aan hoek
Q
vast en
PR is dus de overstaande rechthoekszijde
Hoe groot is hoek Q?
Slide 22 - Slide
Wat moet ik gebruiken om Hoek Q uit te rekenen
aanliggend
overstaand
A
sinus
B
cosinus
C
tangens
Slide 23 - Quiz
Ik weet de
O
verstaande en
A
anliggende zijde. T
O
A
is het ezelsbruggetje en ik moet dus de tangens gebruiken
Hoe groot is hoek Q?
Slide 24 - Slide
Ik moet dus de tangens gebruiken, kies de juist formule
aanliggend
overstaand
A
B
Slide 25 - Quiz
Ik weet nu dat ik moet gebruiken
Je vult nu de getallen in
Hoe groot is hoek Q?
Slide 26 - Slide
Ik weet nu dat ik moet gebruiken
Je vult nu de getallen in
Hoe groot is hoek Q?
tan
-1
(10,5 : 5,6)= 61,9
o
Slide 27 - Slide
Hoe groot is hoek F?
(vul bij je antwoord alleen het getal in zonder graden erachter)
Slide 28 - Open question
Bereken hoek B?
(vul bij je antwoord alleen het getal in zonder graden erachter)
Slide 29 - Open question
Bereken hoek Q
(vul bij je antwoord alleen het getal in zonder graden erachter)
Slide 30 - Open question
In een rechthoekige driehoek heb je altijd twee rechthoekszijden en één schuine zijde.
Slide 31 - Slide
In een rechthoekige driehoek heb je altijd twee rechthoekszijden en één schuine zijde.
In de figuur hierboven is A de rechte hoek en de rechthoekszijden zijn de lijnstukken die aan de rechte hoek vast zitten, dus hier AB en AC
Slide 32 - Slide
BC is dus de schuine zijde, de schuine zijde is altijd de langste zijde
Slide 33 - Slide
Vanuit hoek B gezien is AB de aanliggende rechtshoekzijde, want lijnstuk AB zit aan hoek B vast.
Slide 34 - Slide
Vanuit hoek B gezien is AB de
aan
liggende rechtshoekzijde, want lijnstuk AB zit
aan
punt B vast.
Vanuit hoek C gezien is AC de aanliggende rechthoekszijde, want lijnstuk AC zit aan punt A vast
Slide 35 - Slide
Als we straks hoeken gaan uitrekenen moet je dus eerst weten welke de schuine zijde, aanliggende zijde en rechthoekszijden zijn.
Slide 36 - Slide
TOA
SOS
CAS
Slide 37 - Slide
TOA
SOS
CAS
Slide 38 - Slide
We gaan nu verder met
Zijden berekenen met cosinus, tangens en sinus
Slide 39 - Slide
Eerst gaan we kijken wat de rechtshoekzijden zijn en de schuine zijden.
Bereken LM?
Slide 40 - Slide
Eerst gaan we kijken wat de rechtshoekzijden zijn en de schuine zijden.
De rechte hoek is
L
dus de rechthoekszijden zijn K
L
en
L
M
De schuine zijde is KM
Bereken LM?
Slide 41 - Slide
De rechte hoek is
L
dus de rechthoekszijden zijn K
L
en
L
M
De schuine zijde is KM.
We gaan nu vanuit hoek M de zijden benoemen
Bereken LM?
?
schuin
Slide 42 - Slide
We gaan nu vanuit hoek M de zijden benoemen.
LM is aanliggend, want zit aan punt M vast
KL is overstaand.
Bereken LM?
?
Overstaande
Aanliggend
schuin
Slide 43 - Slide
Ik weet dus
S
chuin en moet de
A
anliggende rechthoekszijde weten.
Dat betekent het ezelsbruggetje C
A
S,
dus we moeten de cosinus gebruiken
Bereken LM?
?
Overstaande
Aanliggend
schuin
Slide 44 - Slide
Nu we weten dat we de cosinus moeten gebruiken kunnen we de formule maken.
Bereken LM?
?
Overstaande
Aanliggend
schuin
Slide 45 - Slide
Nu we weten dat we de cosinus moeten gebruiken kunnen we de formule maken.
Bereken LM?
?
Overstaande
Aanliggend
schuin
Slide 46 - Slide
Nu we weten dat we de cosinus moeten gebruiken kunnen we de formule maken.
Bereken LM?
?
Overstaande
Aanliggend
schuin
cos 56
o
LM
1
13
Slide 47 - Slide
Nu we weten dat we de cosinus moeten gebruiken kunnen we de formule maken.
Bereken LM?
?
Overstaande
Aanliggend
schuin
cos 56
o
LM
1
13
LM=13 * cos 56
o
= 7,3
Slide 48 - Slide
Zijde AB kan je berekenen met:
A
sin
B
cos
C
tan
Slide 49 - Quiz
Hoek P kan je berekenen met:
A
sin
B
cos
C
tan
Slide 50 - Quiz
Bereken je hoek M met de sinus, cosinus of tangens?
A
Sin
B
Cos
C
Tan
Slide 51 - Quiz
Zijde AB kan je berekenen met:
A
sin
B
cos
C
tan
Slide 52 - Quiz
Hoe lang is PQ?
Rond af op één decimaal
Slide 53 - Open question
Hoe lang is KM?
Rond af op één decimaal
Slide 54 - Open question
More lessons like this
H7.4B
April 2024
- Lesson with
35 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H6.4B
1 day ago
- Lesson with
35 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
tangens
April 2018
- Lesson with
31 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3,4
H7.4A
April 2022
- Lesson with
29 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H6.4A
1 day ago
- Lesson with
29 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Kader 4 Goniometrie
6 days ago
- Lesson with
32 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Kader 4 Goniometrie
February 2022
- Lesson with
32 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Paragraaf 10.4 extra
March 2021
- Lesson with
15 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3