Bron Een declaratie (afkondiging) uit 1795 gericht tot uit hun ambt ontslagen regenten (bestuurders) van de stad Utrecht:
Het volk van Nederland ziet op hun Bataafse grond de gewenste dag komen, de zon der vrijheid, waar de Nederlandse ingezetenen de uitoefening van hun eigen en gestolen rechten willen hernemen. Rechten, waarvan zij na de afzwering van het Spaanse juk nooit de ware vrijheid hebben genoten en waarvan men slechts kan zeggen dat het despotische gezag van één naar een menigte hoofden is overgegaan. Dit ogenblik doet ons besluiten tot het veranderen van het regeringsbestuur, dat door de ware vertegenwoordigers van het volk, dat alleen het geluk en de welvaart van het volk voor ogen heeft, moet worden vervangen. (…)
Het Comité eist dat u deze raadszaal onmiddellijk verlaat en naar uw woningen gaat als burgers. En als burgers zult u die totale veiligheid voor personen en bezittingen genieten waar elke burger recht op heeft. Utrecht, 25 januari 1795, het Eerste Jaar van de Vrijheid:
uit naam van het Comité Revolutionair,
Jacobus van Dam, secretaris.
Gebruik de bron
Deze declaratie past bij het gedachtegoed van de democratische revoluties in die tijd.
2p Toon dit aan.
Antwoord
Twee punten door eerst een voorbeeld te geven van het gedachtegoed van de democratische revoluties en dit te illustreren met de bron.
Gedachtegoed: het idee van volkssoevereiniteit,
Want in de bron staat dat het Revolutionair Comité na het ‘afzweren van het Spaanse Juk nooit de ware vrijheid heeft genoten, …. Omdat het despotische gezag van één naar een menigte hoofden is overgegaan.” Hier wordt bedoeld dat na de Spaanse koning de Hollandse regenten de macht overnamen en niet het volk. Dat willen de revolutionairen nu juist wel.