This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Na vandaag...
- weet je beter wat er verwacht wordt van de coherentie van je essay
- kan je peerfeedback geven mbt coherentie
- kan je je eigen essay corrigeren mbt coherentie
- ben je hopelijk beter voorbereid
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
1. oefenen met coherentie
2. eerste opzet maken
3. hoe geef je goede peerfeedback?
4. peerfeedback geven aan elkaar
Slide 3 - Slide
Waarom coherentie?
Uit mijn analyse van een aantal essays van vorig jaar blijkt dat coherentie lastig is
Slide 4 - Slide
Plato, de grootste van de oude Griekse filosofen, vroeg zich af hoe het mogelijk was dat veel verschillende dingen allemaal tot dezelfde soort konden behoren. Kant is de auteur van De kritiek op de zuivere rede. Aangezien Fido, Bowser en Spuds allemaal honden zijn, zijn ze in zekere zin hetzelfde.
A
dit is coherent
B
dit is niet coherent
Slide 5 - Quiz
Plato stelt dat universalia echt bestaan. Universalia maken dan deel uit van de ultieme meubelen van de wereld. Als er geen universalia waren, zou er niets anders kunnen bestaan.
A
dit is coherent
B
dit is niet coherent
Slide 6 - Quiz
Maar Derrida stelt dat een dergelijk intrinsieke betekenis niet bestaat, omdat er geen absolute waarheid is. In plaats daarvan krijgt een uitspraak of ding betekenis door middel van zijn verschil met andere uitspraken of dingen.
A
dit is coherent
B
dit is niet coherent
Slide 7 - Quiz
ik begin/om te beginnen Ik zal nu argumenteren/het argument overwegen Ik concludeer/Concludeer/Tot slot
A
Deze zinnen zijn overbodig
B
Deze zinnen zijn nodig
Slide 8 - Quiz
Plato beargumenteert dat de aard van rechtvaardigheid gemakkelijker kan worden waargenomen in de staat dan in het individu. Plato gebruikt de premisse dat wat groter is, gemakkelijker waar te nemen is.
A
Dit is coherent
B
Dit is niet coherent
Slide 9 - Quiz
Plato beargumenteert dat de aard van rechtvaardigheid gemakkelijker kan worden waargenomen in de staat dan in het individu. Plato gebruikt de premisse dat wat groter is, gemakkelijker waar te nemen is.
Plato beargumenteert dat de aard van rechtvaardigheid gemakkelijker kan worden waargenomen in de staat dan in het individu.Zijn argument gaat uit van de premisse dat wat groter is, gemakkelijker waar te nemen is.
Slide 10 - Slide
Samenvattend:
Coherentie kan op verschillende manieren verbeterd worden
1. gebruik van de zelfde woorden
2. signaalwoorden
3. overgangszinnen
4. verwijzingen zoals "zijn argument"
Slide 11 - Slide
Zelf aan de slag
Maak een eerste outline van de essay - wat is je stelling of vraag
- wat zijn de argumenten
- let op structuur
Slide 12 - Slide
Maak groepjes van 4
Schuif vier
tafeltjes aan elkaar
Slide 13 - Slide
Peerfeedback
De persoon die feedback moet geven leert er het meeste van!
Jij bent tijdens de toets namelijk je eigen feedback gever
Slide 14 - Slide
Dit is goede feedback: "Jouw inleiding ziet er goed uit"
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Dit is goede feedback: "Het citaat wat jij hebt gekozen kan beter"
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
Dit is goede feedback: "Het citaat dat jij hebt gekozen past niet bij het onderwerp van de film"
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quiz
Dit is goede feedback: "In jouw structuur mis ik te veel van het lijstje"
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
Dit is goede feedback: "In jouw structuur mis ik de signaalwoorden die alinea's met elkaar verbindt"
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quiz
Feedback van kwaliteit
Feedback = bedoeld om jullie product te verbeteren Feedback = geen advies, vul het niet voor een ander in
Feedback = is gericht, specifiek (op basis van de vandaag besproken punten)
Feedback = geen compliment of kritiek
Slide 20 - Slide
Zelf aan de slag
1. wissel je structuur/opzet uit met iemand
2. geef feedback op de structuur/ coherentie
3. probeer de feedback zo specifiek mogelijk te maken