2.3 Religie, wetenschap en filosofie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Staatsvormen Griekenland

• Monarchie
• Aristocratie
• Democratie
• Tirannie
  

2.3 Religie, wetenschap en filosofie
lesboek bladzijdes 79 t/m 84

Leerdoelen 

• Je kunt een beschrijving geven van de Griekse godenwereld en uitleggen wat een mythe is 
• Je kunt het verschil uitleggen tussen een mythologische en een wetenschappelijke verklaring van de wereld
• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen religie en filosofie  

Griekse godsdienst

De Griekse godsdienst is polytheïstisch

De goden zijn menselijk, maar onsterfelijk en ze hebben bepaalde krachten

De goden worden aanbeden in tempels, zoals in Egypte

De Grieken leren over de goden door mythen; godenverhalen: mythologie 

Mythe 

'Persefone en de wagen'
Mythos bladzijde 157 

Griekse mythe-verklaring over de seizoenswisselingen 

Wetenschap (1)

De Grieken verklaren veel met mythen

Later gaan geleerden andere verklaringen zoeken

Zij verklaren de wereld door er goed naar te kijken

Dit noemen we wetenschap

Wetenschap (2)

• Verklaren van de wereld zonder de goden
  
• Waar zijn de goden? Niet op Olympus...
• Observatie van bijvoorbeeld:
  Ziektes
  Het weer
  De sterren
  En geschiedenis
• Dit noemen we wetenschap
  

Hippocrates

• ca. 460 v.Chr. -  377 v. Chr.
• Arts 
• Zoeken naar oorzaken van ziektes
• Lichaam en gedrag mensen bestuderen om te bepalen wat er mis was

Niet alleen de natuur werd onderzocht

• Herodotus (ca. 485 v. Chr.-425 v. Chr.)
• Historicus 
• Verhalen verzamelen beide kanten - schrijver 
• Proberen vaststellen wat waar is 

Filosofie

Sommige geleerden willen niet kijken, maar denken

Zij stellen grote, moeilijke vragen over belangrijke zaken

Op die manier de waarheid willen vinden noemen we filosofie

Griekse filosofen krijgen veel aanzien, maar ook vijanden

Filosofie

Griekse filosofen stellen vragen en zoeken antwoorden

• Wat is goed?
• Wat is slecht?
• Waarom doen we dingen
• Wat is de beste bestuursvorm?
• Veel filosofen waren tegen democratie
  
• Door logisch nadenken tot wijsheid komen, niet onderzoeken

Socrates (ca. 425 v.C.) 

• Stelde veel (lastige) vragen
  
• Zo aantonen dat mensen vaak niet goed nadenken
• Daarom niet iedereen geschikt voor de politiek
• Dus tegen democratie

Plato (ca. 375 v.C.)

• Leerling van Socrates
  
• Onderzoeken wat de ideale samenleving was
  
• geen democratie, maar bestuur door klein groepje wijze mannen
  

Aristoteles (ca. 364 v.C.)

• Leerling Plato 
  
• Onderzoek naar: politiek, psychologie en natuurkunde
• Leraar Alexander de Grote 

Waarbij hoort de vraag:
Hoe hebben de goden de wereld gemaakt?

1. Filosofie
2. Religie
3. Wetenschap

Waarbij hoort de vraag:
Is de aarde plat of bolvormig?

1. Filosofie
2. Religie
3. Wetenschap

Waarbij hoort de vraag:
Kunnen wij de wereld wel echt begrijpen?

1. Filosofie
2. Religie
3. Wetenschap

Waarbij hoort de vraag:
Wat is beter: aristocratie of monarchie?

1. Filosofie
2. Religie
3. Wetenschap

Waarbij hoort de vraag:
Wat moet ik offeren als ik ben genezen van een ziekte?

1. Filosofie
2. Religie
3. Wetenschap

Waarbij hoort de vraag:
Wie begon de oorlog tussen Athene en Sparta?

1. Filosofie
2. Religie
3. Wetenschap

Huiswerk vrijdag 25 oktober 2e uur

• Lezen paragraaf 2.3 Religie, wetenschap en filosofie, lesboek bladzijdes 79 t/m 84

• Maken in je PO-boekje les 2 en les 3