Inversie betekent: persoonsvorm staat voor het onderwerp (dus omgedraaid, want de standaard is: eerst onderwerp, daarna persoonsvorm).
Let op! Bij tweede persoon enkelvoud (jij-vorm) valt dan de ‘t’ weg.
Regel: als je ‘je’ in ‘jij’ kan veranderen, dan ‘t’ weglaten / of: verander het werkwoord in ‘lopen’ om te horen of er een ‘t’ bij moet of niet.
Voorbeeld:
Jij vindt dat ook. / Inversie: Vind jij dat ook?
Je brandt van verlangen. / Brand je ook van verlangen hem te zien?
Beantwoordt je vriend jouw sms’jes wel? (je broer = 3e persoon enkelvoud)
Besteedt je vader ook zoveel geld aan zijn hobby? (je vader = 3e persoon enkelvoud)