What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
test 1B periode 5
Test voor topweektoets P5
Brugklas havo/vwo
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Test voor topweektoets P5
Brugklas havo/vwo
Slide 1 - Slide
Wat is de vergrotende trap van graag
A
grager
B
liever
C
liefste
D
liefst
Slide 2 - Quiz
Wat is de overtreffende trap van stout
A
stouter
B
stoutst
C
meest stout
D
stouts
Slide 3 - Quiz
Wat is de vergrotende trap van lekker
A
lekkerder
B
meer lekker
C
meeste lekker
D
lekkerst
Slide 4 - Quiz
stellende trap
vergrotende trap
overtreffende trap
hard
gezond
goed
beter
harder
hardst
best
gezonder
gezondst
Slide 5 - Drag question
Vul het goede woord in:
Wij gaan eerder dan........
A
hen
B
hun
C
zij
D
hullie
Slide 6 - Quiz
Het team heeft ___
tactiek gewijzigd.
A
haar
B
zijn
Slide 7 - Quiz
Het meisje ___
ons hielp ken ik nog van vroeger.
A
die
B
dat
Slide 8 - Quiz
Ik ben gisteren met ... meegefietst en heb ... daarna getrakteerd op pizza.
A
hen/hun
B
hen/hen
C
hun/hen
D
hun/hun
Slide 9 - Quiz
De overheid vaardigde een nieuwe wet uit die ... binnen drie jaar vijf miljoen euro zal opleveren.
A
hem
B
haar
C
hen
D
hun
Slide 10 - Quiz
Die generatie wil dat er meer met haar wensen rekening wordt gehouden. Waar verwijs 'haar' naar?
Slide 11 - Open question
Het eerste elftal behaalde gisteren zijn derde overwinning op een rij.
Waar verwijs 'zijn' naar?
Slide 12 - Open question
Als je oud meubilair kwijt wil, moet je het op straat zetten.
Waar verwijs 'het' naar?
Slide 13 - Open question
Als je een product koopt en ___ gaat stuk, heb je recht op garantie.
A
hij
B
zij
C
het
D
hun
Slide 14 - Quiz
Wat is de overtreffende trap van 'blond'?
A
blond
B
blonder
C
blondst
D
meest blond
Slide 15 - Quiz
Wat is de vergrotende trap van 'zuur'?
A
zuur
B
zuurer
C
zuurder
D
zuurst
Slide 16 - Quiz
Hij weet dat beter ... ik
A
als
B
dan
Slide 17 - Quiz
Wat is juist:
Karin is vijf keer sterker als/dan hij/hem.
A
als hij
B
als hem
C
dan hij
D
dan hem
Slide 18 - Quiz
Vul aan:
Hij schonk ___ een kopje koffie in.
A
hen
B
hun
Slide 19 - Quiz
Vul aan:
De tranen sprongen ___ in de ogen.
A
hun
B
hen
C
bij hun
D
bij hen
Slide 20 - Quiz
Vul aan:
De activiteitenweek is het leukste ___ ik heb meegemaakt.
A
dat
B
wat
Slide 21 - Quiz
Vul aan:
Het meisje ___ daar loopt, heeft een mooie jas aan.
A
dat
B
wat
C
die
Slide 22 - Quiz
Vul aan:
Harry heeft nooit zin om te wandelen, ___ best verrassend is voor een hond.
A
dat
B
wat
Slide 23 - Quiz
Vul aan:
Het liedje ____ ik je vertelde, draait nu op de radio.
A
over wie
B
waarover
Slide 24 - Quiz
Vul aan:
Het konijntje, ____ jij laatst een hok had getimmerd, is heel blij.
A
voor wie
B
waarvoor
Slide 25 - Quiz
Vul aan:
Op school kwam ik hetzelfde meisje tegen, ____ ik ook in groep 8 zat.
A
met wie
B
waarvoor
Slide 26 - Quiz
More lessons like this
230321 1D Lastige verwijswoorden
May 2024
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Herhalen formuleren: deel 2
April 2024
- Lesson with
50 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Lastige verwijswoorden leerjaar 1 par 5
May 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
220422 formuleren H6
November 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Formuleren H4, 5 en 6
May 2021
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Formuleren H4, 5 en 6
June 2021
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Formuleren H4, 5 en 6
May 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Formuleren H4, 5 en 6
June 2021
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1