H3 Arm en rijk in Nederland

Arm en rijk binnen steden
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Arm en rijk binnen steden

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil tussen een rijke en een arme wijk?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Arnhem

Slide 4 - Slide

Arnhem inwoners per wijk.
Hoe geler hoe?
Hoe blauwer hoe?

Slide 5 - Slide

Kenmerken wijken:
Arme wijken
Rijke wijken

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Welvaart in de wijk
Welvaart = Genoeg geld hebben en goed kunnen voorzien in de behoefte aan voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg.
  • aantal koopwoningen en/of huurwoningen
  • Woz-waarde
Woningbouwcorporatie
Woz-waarde
WOZ-waarde = Waarde van een gebouw op basis waarvan de gemeente bepaalt hoeveel belasting iemand moet betalen volgens de Wet Onroerend Zaakbelasting (WOZ).

Slide 8 - Slide

Huurhuis
Koophuis
Je spaart voor je oude dag
Je hebt hogere onderhoudskosten
je hebt geen nadeel bij een waardedaling van de woning
Je mag een aanbouw plaatsen
je bent flexibel als je wilt verhuizen
De wijk is ruim opgezet
Woningbouwcorporatie

Slide 9 - Drag question

Wanneer vind jij een wijk prettig om in te wonen?

Slide 10 - Mind map

Welzijn in de wijk
Welzijn = Mate waarin iemand zich gezond, veilig, gelukkig en verbonden voelt met andere mensen
Welzijn afhankelijk van leefbaarheid
Leefbaarheid = Geschiktheid van een wijk om er goed te leven. 

Slide 11 - Slide

Hoe hoger de welvaart des te hoger het welzijn.
A
goed
B
fout
C
soms

Slide 12 - Quiz

Verband tussen welzijn en welvaart
% mensen met matige of slechte gezondheid in Eindhoven

Slide 13 - Slide

Bekijk onderstaande kenmerken.
→ Welke kenmerken horen bij welvaart of welzijn. Sleep de kenmerken naar de juiste plek.
Welvaart
Welzijn
Hoeveelheid groenvoorzieningen
Hoeveelheid koopwoningen

Huizenprijzen
Aantal inbraken per maand

Slide 14 - Drag question

Aan het werk:
Keuze verwerken van de stof:
Maken paragraaf 3.1 opdracht 2ab, 3, 4abd, 5, 7ab.
Samenvatting teksten maken
Learnbeat
Leerdoelen uitschrijven.
Klaar ga verder met 3.2

Slide 15 - Slide

Veranderingen in oude arbeiderswijken
Paragraaf: 3.2

Slide 16 - Slide

Veranderingen op de arbeidsmarkt
Bewoners arbeiderswijk:
  • mensen met een lage opleiding en een laag loon
  • dit komt doordat hun werk eenvoudig is
  • robots en machines nemen hun werk steeds meer over
  • veel mensen raken hun baan kwijt doordat hun soort werk verdwijnt
    => dit heet structurele werkloosheid

In arbeiderswijk bleven mensen met laag inkomen achter omdat:
  • mensen met betere opleiding verdienden meer geld
  • zij verhuisden naar een duurdere woonwijk

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Moeizame integratie
Integratie = opnemen van bevolkingsgroepen in de maatschappij

  • Veel gastarbeiders kwamen naar NL om eenvoudig werk te doen. Zij wonen vaak bij elkaar in oude arbeiderswijken. Ze intergeerden niet goed, spraken de Nederlandse taal niet goed genoeg. Ze vinden daardoor moeilijk ander werk.
  • Ook nu is het moeilijk voor jongeren met een Turkse of Marokkaanse achtergrond om werk te vinden. Ze worden vaak gediscrimineerd bij solliciaties.
  • Veel oude arbeiderswijken worden bewoond door mensen met een Niet-Nederlandse achtergrond. 

Slide 19 - Slide

Slechte leefbaarheid
In wijken met hoge werkloosheid is veel armoede. 
Gevolg = slechte leefbaarheid =>
  • Sociale cohesie/samenhang is slecht. Er is weinig contact onderling, mensen blijven binnen hun eigen groep.
  • sociale onveiligheid is hoog: onderhoud van huis en straat is slecht, hangjongeren, vernielingen -> niemand voelt zich verantwoordelijk.
  • Dit komt doordat er weinig sociale cohesie is.
  • Wie de kans heeft verhuisd naar andere woonwijk

Slide 20 - Slide

Ongezonde welvaart
Armoede in NL vergeleken met armoede in Nigeria:

  • In Nigeria is honger omdat er geen eten is
  • In NL kun je naar de voedselbank -> toch willen mensen dat liever niet -> goedkoop voedsel uit de winkel -> vaak ongezond (teveel vet + suikers)
  • Laag inkomen -> ongezond voedsel + weinig sporten = overgewicht
  • Slechte leefstijl -> hart- en vaatziekten, suikerziekten = welvaartsziekten
  • Welvaartsziekte -> minder kans op werk -> laag inkomen enzovoort...
  • Deze problemen komen veel voor in achterstandswijken

In Nigeria EN Nederland: cirkel van armoede

Slide 21 - Slide

Aan het werk:
Keuze verwerken van de stof:
Maken paragraaf 3.2 opdracht 3, 4ab, 5ab, 6.
Samenvatting teksten maken
Learnbeat
Leerdoelen uitschrijven.
 Je hebt een toets over:  H1: paragraaf;1.1 t/m 1.3  
                                                      H2: paragraaf; 2.1 t/m 2.4  
                                                  H3: paragraaf; 3.1 en 3.2

Slide 22 - Slide