Les 35: Enkelvoudige vs samengestelde zinnen

Les 35: Enkelvoudige vs samengestelde zinnen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Les 35: Enkelvoudige vs samengestelde zinnen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

De leerlingen van mevrouw Proot werken goed mee tijdens de les. Soms maken ze veel lawaai. 
De leerlingen van mevrouw Proot werken goed mee tijdens de les, maar soms maken ze veel lawaai. 

Slide 5 - Slide

Wat is het verschil tussen beide teksten?

Slide 6 - Open question

De leerlingen van mevrouw Proot werken goed mee tijdens de les. Soms maken ze veel lawaai. 
==> 2 enkelvoudige zinnen
De leerlingen van mevrouw Proot werken goed mee tijdens de les, maar soms maken ze veel lawaai. 
==> 1 samengestelde zin

Slide 7 - Slide

Welke soorten samengestelde zinnen zijn er?

Slide 8 - Open question

'Noor speelt graag op de trampoline, terwijl Tuur liever fietst.'
Dit is een ...
A
nevengeschikte samengestelde zin
B
ondergeschikte samengestelde zin

Slide 9 - Quiz

Noor speelt graag op de trampoline, terwijl Tuur liever fietst.
==> Hoeveel PV's?
==> Waar staat O tov PV?
==> Hoeveel ja/nee-vragen? 
==> Wat is de hoofdzin, wat is de bijzin?

Slide 10 - Slide

'Ik ga naar huis, want ik heb hoofdpijn.'

Dit is een ...
A
nevengeschikte samengestelde zin
B
ondergeschikte samengestelde zin

Slide 11 - Quiz

Ik ga naar huis, want ik heb hoofdpijn.
==> Hoeveel PV's?
==> Waar staat O tov PV?
==> Hoeveel ja/nee-vragen?
==> Voegwoord?

Slide 12 - Slide

Wat waren de drie nevenschikkende voegwoorden?

Slide 13 - Open question

Wat hebben jullie dit weekend gedaan? Maak 1 nevengeschikte samengestelde zin.

Slide 14 - Open question