Samengestelde zinnen

Enkelvoudige en samengestelde zinnen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Slide 1 - Slide

Een enkelvoudige zin heeft één PV.
A
Juist
B
Fout

Slide 2 - Quiz

Een samengestelde zin heeft minimum 2 PV's.
A
Juist
B
Fout

Slide 3 - Quiz

Enkelvoudige zinnen
= zinnen met 1 PV

Ik hou van de zon.
Ik heb het graag warm.

Slide 4 - Slide

Samengestelde zinnen
= zinnen met 2 of meer PV's

Ik hou van de zon, want ik heb het graag warm.
Ik hou van de zon, omdat ik het graag warm heb.

Slide 5 - Slide

De nieuwe uniformen van de politie zien er misschien mooi uit, maar wettelijk zijn ze niet.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 6 - Quiz

Gisteren werden de nieuwe voetbaltruitjes geleverd.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 7 - Quiz

Achteraf gezien was het antwoord overduidelijk, zoals bij zoveel wetenschappelijke doorbraken.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 8 - Quiz

Zonder een reeks ongeplande gebeurtenissen zou ik het nooit hebben ontdekt.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 9 - Quiz

Je belt haar omdat zij de enige goede schoonmaakster is.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 10 - Quiz

Enkelvoudige zinnen
Samengestelde zinnen
Ik wil vandaag iets lekkers eten.
Mijn favoriete voetbalploeg heeft dit weekend weer gewonnen. 
De leerkracht Frans vind ik wel leuk, maar de leerkracht wiskunde vind ik leuker.
Wij fietsen naar huis en eten spaghetti.
Morgen leveren ze mijn nieuwe laptop en kan ik beginnen gamen.

Slide 11 - Drag question

Neven- en onderschikking
(samengestelde zinnen)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Bij een nevenschikking heb je minstens 2 hoofdzinnen.
A
Juist
B
Fout

Slide 14 - Quiz

Hoe kan je een hoofdzin herkennen?
De klas drinkt graag Aquarius en dat kopen ze aan de automaat.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Bij een onderschikking staan O en PV telkens naast elkaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Nadat we gescoord hadden, gaven we elkaar een knuffel.
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 18 - Quiz

We scoorden en (we) gaven elkaar dan een knuffel.
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 19 - Quiz

Omdat ik niet goed zie, moet ik een bril dragen.
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 20 - Quiz

Neem je al je boeken mee naar de klas of laat je er in je locker?
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 21 - Quiz

Maak een nevenschikking met deze enkelvoudige zinnen:
Messi is een goede voetballer.
Hij scoort heel veel.
Messi is een goede voetballer want hij scoort heel veel.

Slide 22 - Open question

Maak een onderschikking met deze enkelvoudige zinnen:
Messi is een goede voetballer.
Hij scoort heel veel.
Messi is een goede voetballer als hij veel scoort.

Slide 23 - Open question

Nu oefeningen maken!
Werkboek p 14

Slide 24 - Slide