6.1.3 Perspectief

Welkom!
Pak alvast: leesboek
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Pak alvast: leesboek

Slide 1 - Slide

Deze les
Lezen
Perspectief

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les...
... kan je verschillende perspectieven onderscheiden.

Slide 3 - Slide

Perspectief: wie vertelt?
  • Elk verhaal heeft een verteller (stem in het verhaal)
  • Merkbaar of niet
  • Perspectief ligt bij degene van wie je weet wat die ziet, hoort, denkt en voelt

Slide 4 - Slide

Merkbare verteller 1
Auctoriaal perspectief/ alwetende verteller
  • Geen personage in het verhaal
  • Geeft vanaf de zijlijn bijv. commentaar op gebeurtenissen, legt dingen uit
  • Weet wat alle personages denken of voelen en wat er op verschillende plaatsen of tijdstippen gebeurt

Slide 5 - Slide

Alwetende verteller
“Er was eens een houthakker met zijn vrouw en die hadden zeven kinderen, allemaal jongens: de oudste was pas tien jaar en de jongste al zeven. Misschien vind je het vreemd dat de houthakker in zo weinig tijd zoveel kinderen had, maar hij had een rappe vrouw, die er altijd minstens twee tegelijk kreeg.” 

Slide 6 - Slide

Merkbare verteller 2
Ik-perspectief
  • Verteller én personage
  • Je volgt de gebeurtenissen door zijn ogen; de lezer kent zijn gedachten en gevoelens 
  • De andere personages leer je alleen kennen via de ik-persoon

Slide 7 - Slide

Ik-perspectief
'Ik loop naar de achterdeur, draai hem op slot en sluit de gordijnen. Net als ik me om wil draaien, hoor ik iemand aan de deurklink rammelen.'

Slide 8 - Slide

Niet-merkbare verteller
Hij/zij/personaal-perspectief
  • Er wordt verteld wat één personage doet, ziet, voelt of denkt
  • De verteller volgt dit personage in alles wat hij of zij doet, maar zonder dat de verteller commentaar geeft
  • Belangrijk verschil met alwetende verteller!

Slide 9 - Slide

Personale verteller
'Toen Gregor Samsa op een ochtend ontwaakte uit onrustige dromen, ontdekte hij dat hij in bed was veranderd in een reusachtig eng beest. Voor zijn ogen wiebelden zijn vele, vergeleken met zijn verdere omvang jammerlijk dunne pootjes hulpeloos heen en weer. 
Wat is er met me gebeurd, dacht hij. Het was geen droom.'

Slide 10 - Slide

Wisselend perspectief
  • De gebeurtenissen worden afwisselend door de ogen van verschillende personages gezien. 
  • Zo krijg je een gebeurtenis vanuit verschillende invalshoeken te zien

Slide 11 - Slide

Voorbeeld 1
'Toen moeder aan Roodkapje vroeg om koekjes naar oma te brengen, trok ze meteen haar rode mantel aan. Ze was dol op wandelingen in het bos!'

Slide 12 - Slide

Voorbeeld 2
'Moeder vroeg, zoals elke zaterdag, aan Roodkapje om koekjes naar oma te brengen, en het lieve kind trok meteen haar favoriete rode mantel aan. Maar geen van beiden wisten ze welk gevaar er op de loer lag in het donkere bos! Op datzelfde moment was de Boze Wolf al snode plannen aan het smeden.'

Slide 13 - Slide

Voorbeeld 3
'Toen moeder me vroeg om koekjes naar oma te brengen, trok ik meteen mijn rode mantel aan. Ik ben dol op wandelingen in het bos!'

Slide 14 - Slide

Aan de slag
  • Opdracht 'Vier voorbeelden perspectief' 
  • Samen met je buur
  • Lees de voorbeelden en noteer bij elk fragment het perspectief (de verteller)
  • +- 5 minuten 
  • Daarna bespreken we het klassikaal

Slide 15 - Slide

Even checken
Lesdoel: je kan nu verschillende perspectieven onderscheiden.

Slide 16 - Slide

Vooruitblik
Volgende les: lezen en oefeningen spelling

Slide 17 - Slide