Muziek uit? Stop en groet de dichtstbijzijnde persoon op een bepaalde manier.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 18 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Muziek aan? Loop door het lokaal.
Muziek uit? Stop en groet de dichtstbijzijnde persoon op een bepaalde manier.
Slide 1 - Slide
Bedenk drie willekeurige letters voor jezelf. Bijvoorbeeld:
BOD
Slide 2 - Slide
Voeg samen in groepjes van drie personen.
Komt het niet uit? Dan twee personen.
Slide 3 - Slide
Verzin voor elkaar wat de letters betekenen. Bijvoorbeeld:
Bert, (de) Onredelijke Docent
naam eigenschap beroep
Slide 4 - Slide
Dit personage ben je vanaf nu.
Tot het moment dat je hoort dat je er even uit mag stappen.
Slide 5 - Slide
Hoe loopt jouw personage?
Slide 6 - Slide
Hoe groet jouw personage?
Wat voor stem heb je?
En zeg je deftig 'goeiemorgen'
of stoer 'yo!' ?
Slide 7 - Slide
Maak 2 rijen tegenover elkaar (met stoel).
Slide 8 - Slide
Rolinterview
Rij 1 begint met interviewen, rij 2 blijft in personage. Rij 2 wordt geïnterviewd. Geef antwoord op de vragen die je krijgt in personage. Degene die het scherm kan zien, begint met interviewen.
Hierna wissel je van stoel.
timer
2:00
Slide 9 - Slide
Beide rijen schuiven 1 persoon op naar links.
Slide 10 - Slide
Sterfscène
Aan het einde van de minuut moet één personage gestorven zijn. De reden van sterven moet liggen in het soort personage dat jullie spelen.
Je speelt een improvisatiescène met daarin een conflict dat opgelost moet worden (het beste één tussen jouw personage en die van de ander). Hierin moet de wie-wat-waar gedefiniëerd worden, het conflict opgelost d.m.v. het gebruik van subacties en de scène moet logisch worden afgerond.
Slide 16 - Slide
Wat krijg je voor je de scène begint?
Je krijgt van tevoren alleen te weten of je hoge of lage status speelt, wie jullie van elkaar zijn en waar jullie zijn. Dit moet je nog wel extra definiëren. De subacties (categorieën) blijven op het scherm staan.