- Uitleg van aanvaardbaarheid en start met oefenen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 35 min
Items in this lesson
Argumenteren
- Terugblik
- Uitleg van aanvaardbaarheid en start met oefenen
Slide 1 - Slide
Terugblik:
Standpunt, argument,
Tegenargument vs. weerlegging
Argument vs. argumentatie
Feitelijke argumentatie, waarderende argumentatie
Argumentatiestructuur
Slide 2 - Slide
argumentatieschema's
Nog even oefenen
Slide 3 - Slide
Mensen zouden wat meer met de fiets naar hun werk moeten gaan, want dat is goed voor het milieu en het is goed voor hun conditie.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 4 - Quiz
Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlanders omhoog gaan. De president van De Nederlandsche Bank heeft dat laatst ook in een interview gezegd.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 5 - Quiz
Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega's. Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij 's middags wel in de sportschool was.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 6 - Quiz
Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs de zo gewenste loonsverhoging niet zullen krijgen; de docenten in het voortgezet onderwijs kregen immers laatst ook niet meer salaris.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van vergelijking
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 7 - Quiz
Nederland moet meedoen met de ontwikkeling van de nieuwe straaljager, want dat levert werkgelegenheid op. En werkgelegenheid is goed voor de economie.
Standpunt
Argument 1
Argument 2
A
Argumentatie op basis van vergelijking
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen.
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 8 - Quiz
Het wordt warmer op aarde en dat komt door het broeikaseffect.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen
Slide 9 - Quiz
Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen
Slide 10 - Quiz
Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die erop wijzen: last van vermoeidheid, duizeligheid en hoofdpijn.. Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voor- en nadelen
Slide 11 - Quiz
'Maar kritisch zijn is niet hetzelfde als op alles kritiek geven.' (r.76-78) Met welk argumentatieschema wordt dit standpunt vooral onderbouwd?
Zie 2017-I tekst 3. Blz 188-189 examenbundel
A
Argumentatieschema op basis van autoriteit
B
Argumentatieschema op basis van oorzaak-gevolg
C
Argumentatieschema op basis van kenmerk of eigenschap
D
Argumentatieschema op basis van voor- en nadelen
Slide 12 - Quiz
De aanvaardbaarheid van argumentatie
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Op zichzelf acceptabel
- in overeenstemming met de kennis die het publiek heeft over de wereld;
- is controleerbaar en blijkt bij controle waar;
- afkomstig van een betrouwbare bron.
Slide 15 - Slide
Relevantie
'Relevant' = van belang.
'Ik stem niet op GroenLinks want:
Jesse Klaver heeft stom haar (niet relevant)
GroenLinks doet aan klimaatpaniek (relevant)
'Relevant' is niet hetzelfde als 'waar'
Slide 16 - Slide
Consistentie
De logische samenhang van argumentatie:
Bijvoorbeeld een ingezonden brief waarin gesteld wordt dat de leeslijst voor het vak Nederlands moet worden afgeschaft omdat dit ten koste gaat van het leesplezier. De beknopte reactie daarop: De leeslijst bestaat helemaal niet en de literatuur op die lijst is interessant genoeg. De reactie is niet consistent.
Slide 17 - Slide
Toereikendheid
Zijn er voldoende argumenten om het standpunt aanvaardbaar te maken?
Ik stem niet op GroenLinks omdat hun standpunt inzake
biomassa te vaag is (niet toereikend)
Voor het áántal argumenten is geen criterium; één argument kan toereikend zijn.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Als je last hebt van FOMO en vaak het gevoel hebt dat je niet zonder je mobiel kunt, ligt verslaving op de loer. Dit zegt Tischa Neve, pedagoog, gespecialiseerd in tienergedrag.
A
op basis van voorbeelden
B
op basis van autoriteit
C
op basis van kenmerken
D
op basis van voor- en nadelen
Slide 20 - Quiz
Het vuurwerkverbod is fijn. Toch missen veel mensen nu het plezier van vuurwerk afsteken. Ook missen vuurwerkverkopers inkomsten. Maar het belangrijkste is dat de hulpverleners ontlast worden tijdens de jaarwisseling.
A
op basis van kenmerken
B
op basis van voor- en nadelen
C
op basis van autoriteit
D
op basis van vergelijking
Slide 21 - Quiz
Amsterdam trekt jaarlijks veel toeristen vanwege zijn beroemde musea. Rijks Museum, Anne Frankhuis en Van Goghmuseum zijn goed voor bijna 6 miljoen bezoekers per jaar.
A
op basis van autoriteit
B
op basis van getallen
C
op basis van kenmerken
D
op basis van voorbeelden
Slide 22 - Quiz
Marianne is een groot kind. Het liefste speelt zij nog met Barbies.
A
op basis van autoriteit
B
op basis van voorbeelden
C
op basis van kenmerken
D
op basis van oorzaak / gevolg.
Slide 23 - Quiz
Het zou me niks verbazen als we straks allemaal ziek zijn. De kip was namelijk niet gaar.
A
op basis van autoriteit
B
op basis van voorbeelden
C
op basis van kenmerken
D
op basis van oorzaak / gevolg.
Slide 24 - Quiz
In een tekst lees je verouderde gegevens: de informatie is gedateerd. Wat betrek je in je antwoord?
A
Kennis van de wereld
B
Deskundigheid van de bron
C
Kennis en opvattingen van de lezer
D
Consistentie van argumentatie
Slide 25 - Quiz
De argumentatie zit logisch in elkaar, maar steekhoudende argumenten ontbreken.
A
Partijdigheid van de bron
B
Toereikendheid van argumentatie
C
Controleerbaarheid van de uitspraken
D
Kennis van de wereld
Slide 26 - Quiz
De schrijver gebruikt ten onrechte informatie uit propagandamateriaal in zijn argumenten.
A
Partijdigheid van de bron
B
Relevantie van de argumenten
C
Consistentie van de bron
D
Toereikendheid van argumentatie
Slide 27 - Quiz
De schrijver verandert halverwege de tekst van opvatting over het onderwerp.