Les 13 - Bondig formuleren

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Je leert hoe je bondig formuleert door woorden te schrappen.

Slide 2 - Slide

Programma bondig formuleren
  • Schrijven is schrappen. Wat kun je allemaal weglaten?
  • Hulpwerkwoorden: zullen, kunnen, mogen willen en gaan
  • Bijvoeglijke naamwoorden: soms overbodig
  • Bijwoorden: heel, erg, zeer

  • Uitleg van de begrippen
  • Pleonasme
  • Tautologie

Slide 3 - Slide

Overbodige hulpwerkwoorden
  • NIET - Als je een treinabonnement zou nemen, zou je veel geld kunnen gaan besparen. Ik zou het zeer op prijs stellen als je de enquête zou willen invullen. Mocht je nog vragen hebben, dan kun je mij een e-mail sturen.

  • WEL -  Als je een treinabonnement neemt, bespaar je veel geld. Ik stel het zeer op prijs als je de enquête invult. Heb je nog vragen, stuur mij dan gerust een e-mail.

Slide 4 - Slide

Overbodige bijvoeglijke naamwoorden
  • NIET -  De prachtige, grote, glimmende, rode auto van mijn rijke, succesvolle vriend reed snel langs ons heen.

  • WEL -  De rode auto van mijn vriend reed snel langs ons heen.

Slide 5 - Slide

Pleonasme
  • Voorbeeld: ronde cirkel, groen gras, glad ijs, gratis cadeau, onverwachte verrassing, witte sneeuw, pasgeboren baby, houten boomstam

  • Pleonasme is nog een keer zeggen wat al in het hoofdwoord. 

  • De functie van een pleonasme is nadruk, zeggingskracht, extra sterke toevoeging. In theorie is het overbodig. 

 

Slide 6 - Slide

Tautologie
  • Voorbeeld: Eenzaam en verlaten, gratis en voor niets, frank en vrij, nooit ofte nimmer, pais en vree, vast en zeker, pracht en praal, altijd en eeuwig, afgemat en uitgeput, onmiddellijk en meteen

  • Tautologie: Twee woorden die excact hetzelfde zeggen. Tweemaal hetzelfde begrip. Bij een tautologie gaat het om een herhaling waarmee de volledige betekenis van een woord nogmaals genoemd wordt

Slide 7 - Slide

Overbodige bijwoorden
  • NIET De giraf heeft een heel erg lange nek. Zij heeft grote voeten, maar die van haar zus zijn echt heel groot.

  • WEL -  De giraf heeft een lange nek. Zij heeft grote voeten, maar die van haar zus zijn reusachtig.

Slide 8 - Slide

Werkfase

Slide 9 - Slide

In wachtkamers, restaurants en op straat: overal hangen bordjes of briefjes met mededelingen erop. Vaak kunnen die korter. Herschrijf de volgende mededeling.

In de speeltuin mag geen zelf meegenomen eten en drinken geconsumeerd worden;
alleen eten en drinken dat hier is gekocht. Dank u.

Slide 10 - Open question

In wachtkamers, restaurants en op straat: overal hangen bordjes of briefjes met mededelingen erop. Vaak kunnen die korter. Herschrijf de volgende mededeling.

Zoudt u zich voordat u in de wachtkamer plaatsneemt eerst even willen melden bij de assistente?

Slide 11 - Open question

In wachtkamers, restaurants en op straat: overal hangen bordjes of briefjes met mededelingen erop. Vaak kunnen die korter. Herschrijf de volgende mededeling.

Gelieve geen waardevolle spullen in uw jaszakken te laten zitten bij gebruik van de garderobe. De directie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor zoekgeraakte spullen.

Slide 12 - Open question

Vergelijk nu jouw bordje van de speeltuin met die van een klasgenoot.

a. Op welk bordje komt de boodschap het duidelijkst over?
b. Welk bordje is het vriendelijkst voor de lezer?
c. Welk verzoek zou je eerder opvolgen?
d. Kijk eens naar bovenstaande antwoorden. Welke conclusie kun je nu trekken over kort en bondig formuleren?

Slide 13 - Open question

Lees het recept op pagina 79 van je oefenboek. Welke woorden en zinsdelen zijn overbodig? Herschrijf het recept zo bondig mogelijk.

Slide 14 - Open question

Lees vraag 7 op pagina 79 van je oefenboek.
Breng het fragment terug tot twee of drie zinnen.

Slide 15 - Open question

Hoe kun je teksten
bondiger formuleren?

Slide 16 - Mind map