Deel 2 Argumenteren

argumenteren 2
Waar ging het ook alweer over?
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

argumenteren 2
Waar ging het ook alweer over?

Slide 1 - Slide

Ik kan nog niet goed zeggen wat ik van de persconferentie moet vinden.
= ........ standpunt
A
Positief
B
Negatief
C
Twijfel

Slide 2 - Quiz

Stelling: Je kunt beter met het OV naar Rotterdam gaan. 
Het is veel gezelliger om met het OV naar R'dam te komen. 
Dan maken er meer mensen gebruik van het OV. 
Waarderend argument
Feitelijk argument

Slide 3 - Drag question

Het beste is om minimaal 1,5 liter water per dag te drinken. Wetenschappers uit Leiden hebben dat laatst ontdekt.
A
Onderzoek/Wetenschap
B
Gezag
C
Nut
D
Feit

Slide 4 - Quiz

Ook al ben je nog zo’n goede voetballer en verdien ze nog zoveel, belasting betalen behoort iedereen te doen.
A
Geloof
B
Normen/Waarden
C
Feit
D
Vermoedens

Slide 5 - Quiz

ARGUMENTATIESTRUCTUUR 

Hoe is de argumentatie (standpunt en argumenten) opgebouwd?

Slide 6 - Slide

Enkelvoudige argumentatie
Een argumentatie die bestaat uit één standpunt en één argument (standpunt > argument).

Zij moet de opvolgster worden van onze coach, want zij heeft al veel ervaring.

Slide 7 - Slide

Onderschikkende argumentatie
Een argumentatie waarin een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (standpunt > argument > argument).

Zij is de juiste persoon voor die baan van boekverkoopster, want zij heeft ruime ervaring in die branche. Ze heeft namelijk al twee jaar bij een Libris boekhandel gewerkt. 


Slide 8 - Slide

Meervoudig nevenschikkend = naast elkaar
Kun je de argumenten los gebruiken? 
Het openbaar vervoer moet goedkoper worden.

↑                                                 ↑
  
 Hierdoor zullen de files afnemen.   Het is beter voor het milieu.

(onafhankelijk)

Slide 9 - Slide

Nevenschikkende argumentatie

Bij een onafhankelijk nevenschikkende argumentatie gebruik je twee of meer argumenten. De argumenten zijn gelijkwaardig en kun je onderling van plaats verwisselen.




Slide 10 - Slide

Meervoudig nevenschikkend = naast elkaar
Kun je de argumenten los gebruiken? 
We kunnen vanavond niet meer terug naar Amsterdam.
↑                                                      ↑

Ik heb te veel gedronken.       De treinen rijden niet.

(afhankelijk)

Slide 11 - Slide

Blokjesschema
Politici zijn niet te vertrouwen: ze hebben immers allemaal hun eigen belangen voorop staan. Ik ga
dan ook niet meer stemmen bij de volgende verkiezingen. Bovendien ben ik dan op wereldreis.

Slide 12 - Slide

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Subargument
Ik ben op wereldreis.
Ze hebben allemaal hun eigen belangen voorop staan.
Politici zijn niet te vertrouwen.
Ik ga
  niet meer stemmen.

Slide 13 - Drag question


A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend

Slide 14 - Quiz

Kenmerk of eigenschap
Dat is een goede zanger

want hij zingt altijd zuiver.

Slide 15 - Slide

Voor- en nadelen
Je moet je huiswerk maken 

want anders zul je nooit een voldoende halen.

Slide 16 - Slide

Voor- en nadelen
Laten we deze zomer op vakantie naar Frankrijk gaan 

want dan hebben we de grootste kans op mooi weer.

Slide 17 - Slide

Voorbeeld
Een topfunctie is haalbaar voor Nederlandse vrouwen 

want Neelie Smit Kroes is jarenlang Eurocommissaris geweest.

Slide 18 - Slide

Vergelijking
Je kunt best een voldoende halen voor deze toets 

want Johan is het ook gelukt.

Slide 19 - Slide

Autoriteit
Je moet minimaal twee keer per dag je tanden poetsen 

want dat zegt de tandarts.

Slide 20 - Slide

Welk argumentatieschema wordt gebruikt in de volgende argumentatie?

Slide 21 - Slide

Hoe kun je nou denken dat je een goed cijfer gaat halen? Je bent gisteren pas begonnen met leren.
A
Autoriteit
B
Oorzaak-gevolg
C
Voordelen-nadelen
D
Voorbeeld

Slide 22 - Quiz

Waarom moet ik een briefje halen? Isabelle was vorige les ook te laat en zij hoefde geen briefje te halen.
A
Oorzaak-gevolg
B
Vergelijking
C
Voorbeeld
D
Autoriteit

Slide 23 - Quiz

Deze supermarkt vindt omzet belangrijker dan dierenleed, want het merendeel van het kippenvlees in de schappen is afkomstig van plofkippen.
A
Oorzaak-gevolg
B
Vergelijking
C
Kenmerk of eigenschap
D
Voordelen-nadelen

Slide 24 - Quiz


A
Nevenschikkend (afhankelijk)
B
Nevenschikkend (onafhankelijk)
C
Enkelvoudig
D
Onderschikkend

Slide 25 - Quiz

Mensen zouden wat meer met de fiets naar hun werk moeten gaan, want dat is goed voor het milieu en het is goed voor hun conditie.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 26 - Quiz

Het is de hoogste tijd dat de lonen van alle Nederlanders omhoog gaan. De president van De Nederlandsche Bank heeft dat laatst ook in een interview gezegd.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 27 - Quiz

Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega's. Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij 's middags wel in de sportschool was.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 28 - Quiz