Basisschema's voor argumentatie - havo 4

Basisschema's voor argumentatie - havo 4

Doel:
*Je (her)kent de basisschema's
voor argumentatie.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Basisschema's voor argumentatie - havo 4

Doel:
*Je (her)kent de basisschema's
voor argumentatie.

Slide 1 - Slide

Terugblik
  • Standpunt > mening
    (Je bent voor of tegen de stelling.)
  • Argument > reden voor het standpunt
    (Je hebt verschillende soorten argumenten, zie theorie Lezen module 3; p. 224-225)
    (Argumenten kun je herkennen aan signaalwoorden)

Slide 2 - Slide

Een argument is altijd een feit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Vier vormen van argumentatie
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Meervoudige argumentatie
    (onafhankelijke nevenschikkende argumentatie)
  3. Onderschikkende argumentatie
  4. Afhankelijke nevenschikkende argumentatie (wordt in je boek niet gevraagd)

Slide 4 - Slide

Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.

Slide 5 - Slide

Bij meervoudige argumentatie, of onafhankelijk nevenschikkende argumentatie, gebruik je meer dan één argument. Ieder argument is extra en staat los van de andere argumenten. Meervoudige argumentatie is de sterkste argumentatiestructuur.

Slide 6 - Slide

Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument. Dit andere argument noem je het subargument.

Slide 7 - Slide

Bij afhankelijk nevenschikkende argumentatie vormen twee deelargumenten samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Als je een van de twee ontkracht, klopt je argumentatie niet meer.

Slide 8 - Slide

Deze argumentatieschema's kun je natuurlijk ook combineren.
mening
argument
subargument
argument
subargument
subargument

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Een onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

OSG De Hogeberg is een goede school. De leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
onafhankelijk nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
afhankelijk nevenschikkende argumentatie

Slide 12 - Quiz

Hij is geschikt voor deze baan als manager, want hij heeft al vijf jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
afhankelijk nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
onafhankelijk nevenschikkende argumentatie

Slide 13 - Quiz

OSG De Hogeberg is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
onafhankelijk nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
afhankelijk nevenschikkende argumentatie

Slide 14 - Quiz

De spelling moet worden vereenvoudigd. De meeste Nederlanders blijven fouten maken. Kijk maar naar de spelfouten in tijdschriften en kranten.
A
enkelvoudige argumentatie
B
onafhankelijk nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
afhankelijk nevenschikkende argumentatie

Slide 15 - Quiz

OSG De Hogeberg is een goede school. In de onderbouw leren leerling hoe zij moeten leren en in de bovenbouw presteren zij daardoor beter.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie

Slide 16 - Quiz

DIY: argumentatieschema

Politici zijn niet te vertrouwen: ze hebben immers allemaal hun eigen belangen voorop staan. Ik ga
dan ook niet meer stemmen bij de volgende verkiezingen. Bovendien ben ik dan op wereldreis.

Slide 17 - Slide

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Subargument
Ik ben op wereldreis.
Ze hebben allemaal hun eigen belangen voorop staan.
Politici zijn niet te vertrouwen.
Ik ga niet meer stemmen.

Slide 18 - Drag question

Dit is een ...... ?
A
enkelvoudige argumentatie.
B
(onafhankelijk) nevenschikkende argumentatie.
C
onderschikkende argumentatie.
D
combinatie van nevenschikkende en onderschikkende argumentatie.

Slide 19 - Quiz


Doel:
*Je (her)kent de basisschema's
voor argumentatie.

Slide 20 - Slide

Wat ga je nu doen?

Je maakt in de online leeromgeving van Lezen module 3 opdr. 3.

Magister > Leermiddelen > Op niveau, 4/5 havo > Blok 3 Argumenteren > Lezen

Slide 21 - Slide