What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 11 "Herhaling Grammatica PTO3"
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Programma
Herhaling grammatica:
Keuzevoorzetsels
3e of 4e naamval
Sterke werkwoorden met een -e in de stam
Sterke werkwoorden met een -a in de stam
Slide 2 - Slide
Keuzevoorzetsels
Voorzetsel met de 3e of 4e naamval
an, auf, hinter, neben, in, über, unter, vor, zwischen
(aan, op, achter, naast, in/naar, boven/over, onder, voor, tussen)
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Maar wanneer met de 3e en wanneer met de 4e?
dezelfde situatie (zonder beweging) = derde naamval
geen locatie
= derde naamval
verandering (met beweging)= vierde naamval
geen locatie
(
auf
en
über
) = vierde naamval
Er sitzt
auf
dem Stuhl
. (Wo? Waar?)
Er setzt sich
auf
den Stuhl
. (Wohin?)
Slide 5 - Slide
Welke keuzevoorzetsels
ken je?
Slide 6 - Mind map
Maak de zin af:
Ich gehe in (de) ___ Kirche (v).
A
der (3e naamval)
B
die (4e naamval)
Slide 7 - Quiz
Maak de zin af:
Ich stehe neben (de) ___ Parkplatz.
A
dem (3e naamval)
B
den (4e naamval)
Slide 8 - Quiz
Maak de zin af:
Sie sprechen über (de) ___ Schule.
A
der (3e naamval)
B
die (4e naamval)
Slide 9 - Quiz
Sterke werkwoorden met een -e in de stam
ich helf
e
du
hilfst
er/sie/es
hilft
wir helf
en
ihr helf
t
sie/Sie helf
en
ich habe geholfen
Een onregelmatig werkwoord
Waarom?
Slide 10 - Slide
Vervoeg het werkwoord "sehen"
seh
e
siehst
sieht
seh
en
seh
t
seh
en
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 11 - Drag question
Maak de zin af:
_____ du mir den Zucker bitte?
A
Gebst
B
Gibst
C
Gibt
D
Gebe
Slide 12 - Quiz
Maak de zin af:
Er _____ heute nicht am Unterricht teil
A
nehmt
B
nimmst
C
nimt
D
nimmt
Slide 13 - Quiz
Sterke werkwoorden met een -a in de stam
ich fall
e
du
fällst
er/sie/es
fällt
wir fall
en
ihr fall
t
sie/Sie fall
en
ich bin gefallen
Een onregelmatig werkwoord
Waarom?
Slide 14 - Slide
Vervoeg het werkwoord "halten"
halt
e
hältst
hält
halt
en
halt
e
t
halt
en
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
Slide 15 - Drag question
Maak de zin af:
_____ du mich bitte mal durch?
A
Läst
B
Lässt
C
Lassest
D
Lasst
Slide 16 - Quiz
Maak de zin af:
Sie _____ jeden Tag zur Schule.
A
laufet
B
läufet
C
lauft
D
läuft
Slide 17 - Quiz
Wat gaan we na het leesuur doen?
Herhaling Woordenschat
Zelfstandig aan de slag met Quizlet
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Les 13 "Herhaling Grammatica PTO3"
March 2021
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 13 "Herhaling Grammatica PTO3"
April 2024
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
e - i wechsel Kapitel 5 3GT 7e editie
April 2022
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Grammatiktrainer starke Verben im Präsens
May 2023
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H4 Starke Verben Kapitel 1
May 2021
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
E/i-wissel en A/ä-wissel bij sterke werkwoorden
May 2023
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
A3 Sterke werkwoorden (a/ä) (e/i/ie) start
February 2021
- Lesson with
37 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammatiktrainer starke Verben im Präsens
April 2024
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2