What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Redeneren en argumenteren; het betoog
Welkom
bij
Nederlands
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
bij
Nederlands
Slide 1 - Slide
Deze periode:
- Duurt nog 3 weken
- 3 weken online les!
Wat moet je doen voor je cijfer?
1. Het betoog (dus niet het schrijfplan) inleveren
2. Toets Hoofdstuk Lezen 4
3.
Keuze:
A. Mondelinge presentatie betoog
B. Oefen-examen Lezen
(examensprint in NuNederlands)
Slide 2 - Slide
Uit welke onderdelen bestaat het betoog?
Slide 3 - Open question
Heb je een vraag over je betoog?
Schrijf maar op
Slide 4 - Open question
Heb je een vraag over Lezen hoofdstuk 4?
Slide 5 - Open question
In deze les:
- Uitleg/oefenen met argumenteren
- Tips om goed te schrijven
- Waar vind je oefenen voor het examen Lezen & Luisteren
- Schema presentaties betogen
Slide 6 - Slide
Mensen moeten zelf voor een vaccinatie kunnen kiezen omdat ze keuzevrijheid moeten hebben,
A
Dit is een goed argument.
B
Cirkelredenering; het argument is hetzelfde als het standpunt.
Slide 7 - Quiz
Verkeerde argumenten
- Je herhaalt in feite je standpunt. Soms in iets andere woorden.
Dit heet een
cirkelredenering
.
- Je geeft geen argument voor de stelling maar voor iets wat er mee te maken heeft.
- Soms ga je er bij het argumenteren pas goed over nadenken en kom je tot een tegenovergestelde conclusie, (Wat doe je dan?)
Slide 8 - Slide
Maar verkeerde argumenten
- Generalisaties: 'Mijn tante werd ziek van die prik dus voor oudere mensen is hij gevaarlijk.'
- Autoriteit geven aan iemand die dat op dat gebied niet heeft.
'Mijn moeder zegt....... mijn vader zegt........ de tandarts zegt dat....en die kan het weten want die heeft gestudeerd.
Slide 9 - Slide
Objectieve argumenten
- Bestaan uit feiten.
- Daarbij vermeld je de bron
Subjectieve argumenten
- Komen bijvoorbeeld voort uit (persoonlijke) observaties
- Bestaan uit aannames,
- bijvoorbeeld uit religieuze of levensovertuigelijke standpunten
- Hebben vaak voorbeelden en uitleg nodig
Slide 10 - Slide
Bronvermelding
- Bij feiten. (Zie NuNederlands hoofdstuk Schrijven 2.2)
- Het maakt je informatieve tekst en betoog sterker als je onderzoek doet en dan in de tekst verwerkt waar je die feiten hebt gevonden.
- Dit kun je doen op twee plekken: direct na je feitelijke uitspraak en onderaan je tekst
Slide 11 - Slide
Goed schrijven:
- Geen fouten!
- De juiste toon (niet te formeel of te informeel)
- Duidelijke taal: niet onnodig moeilijke woorden of ingewikkelde constructies gebruiken
- Formuleer aantrekkelijk
(Daarvoor gaan we naar Formuleren en Stijl hfdst 3, paragraaf 3)
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Veelgemaakte schrijffouten:
1. Interpunctie = Leestekens worden vaak vergeten
2. Incongruentie = Onderwerp meervoud persoonsvorm enkelvoud of andersom
3. Verleden tijd en tegenwoordige tijd door elkaar.
Slide 14 - Slide
Als je niet meedoet ben je al snel ongezellig.
A
komma tussen meedoet en ben
B
komma tussen ben en je
Slide 15 - Quiz
zet altijd een komma tussen 2 persoonsvormen!
(werkwoorden)
Slide 16 - Slide
Geert ging naar huis, en dus pakte hij een taxi.
A
fout, geen komma voor "en"
B
goed.
Slide 17 - Quiz
Een komma en het woord "en" hebben dezelfde functie/betekenis. plaats wel een komma voor: maar, omdat, doordat, want en tenzij
Slide 18 - Slide
Flexibilisering heeft als gevolg dat je dezelfde functie houdt.
A
goed
B
fout
Slide 19 - Quiz
In het verleden verwoeste IS een aantal kunstwerken
A
goed
B
fout
Slide 20 - Quiz
De werkgever (reorganiseren) waardoor van werknemers aanpassing (worden) verwacht.
Slide 21 - Open question
Aan elkaar of los?
A
daar om heen
B
daaromheen
Slide 22 - Quiz
Wil je deze periode 1. Je betoog presenteren 2. een leesexamen oefenen?
1. oefenexamen doen
2. mijn betoog presenteren
Slide 23 - Poll
Waarover heb je nog uitleg nodig?
Slide 24 - Open question
Wat vond je van deze les?
Wat zijn de tips en wat de tops?
Slide 25 - Open question
More lessons like this
Redeneren en argumenteren
December 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
T4 L15 Debat
November 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Lezen 4: Betoog en Beschouwing
November 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Effectief argumenteren: feiten, meningen en drogredenen
March 2024
- Lesson with
17 slides
Feit en mening
November 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Lezen 4: Betoog en Beschouwing
June 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Lezen 4: Betoog en Beschouwing Klas42
December 2021
- Lesson with
38 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Lezen 4: Betoog en Beschouwing
June 2022
- Lesson with
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1