Oefentoets Dementie Delier Depressie

Oefentoets Dementie Delier Depressie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets Dementie Delier Depressie

Slide 1 - Slide

Wat betekent geriatrie?
Het is een specialisme wat zich richt op...
A
ouderen met een combinatie van aandoeningen
B
volwassenen met een combinatie van aandoeningen
C
ouderen met een aandoening
D
volwassenen met een aandoening

Slide 2 - Quiz

Waar staat de afkorting VVT voor..?

Slide 3 - Open question

Noem de vier meeste bekende vormen van dementie?

Slide 4 - Open question

Met name de cognitieve functies worden aangetast bij dementie..
Cognitie staat voor..?

Slide 5 - Open question

De locatie van de beschadiging van de hersenen zegt iets over..
A
welke vorm dementie het is
B
hoe snel het verloop gaat
C
welke functies niet goed meer werken
D
hoe heftig de dementie is

Slide 6 - Quiz

Wat gebeurt er bij de ziekte van Alzheimer?
A
zenuwcellen in de hersenen gaan kapot
B
hersenbeschadiging door trauma
C
hersenbeschadiging door hersenbloeding
D
ophoping van zenuwcellen

Slide 7 - Quiz

Wat is een veel voorkomend probleem bij geriatrische zorgvragers waardoor ze een Delier kunnen ontwikkelen?

Slide 8 - Open question

Welke 4 fasen van dementie zijn er?

Slide 9 - Open question

Wat is belangrijk in de benadering van een dementerende zorgvrager?

Slide 10 - Open question

Welke benadering pas je toe wanneer je de zorgvrager naar de werkelijkheid wil terughalen ..
A
Validation
B
Snoezelen
C
ROT
D
Motiverende gespreksvoering

Slide 11 - Quiz

Waar houdt Apraxie in?

Slide 12 - Open question

Agnosie =
A
een taalstoornis
B
geheugenstoornis
C
stoornis in het bewegen
D
stoornis in het herkennen

Slide 13 - Quiz

Op welke gebieden kun je gedesoriënteerd zijn?

Slide 14 - Open question

Hoe ontstaat onbegrepen gedrag bij de dementerende zorgvrager?

Slide 15 - Open question

Welke stoornisse(n)/ziekte(n) zijn tijdelijk van aard?
A
Depressie
B
Delier
C
Dementie
D
Meerdere antwoorden zijn mogelijk

Slide 16 - Quiz

Noem drie oorzaken van een delier..

Slide 17 - Open question

Waaraan herken je een delier?

Slide 18 - Open question

Wat kun je met het invullen van een DOS-scorelijst..?

Slide 19 - Open question

Welk symptoom moet altijd aanwezig zijn bij een depressie..
A
angst
B
eenzaamheid
C
inactiviteit
D
somberheid

Slide 20 - Quiz

Waarom is het lastig om een depressie bij een geriatrische zorgvrager te herkennen..?

Slide 21 - Open question