zinsdelen

Ik heb gisteren heerlijk gegeten.
gegeten =
A
PV
B
heel ww
C
vdw
1 / 22
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ik heb gisteren heerlijk gegeten.
gegeten =
A
PV
B
heel ww
C
vdw

Slide 1 - Quiz

Wat is 'wilde'?
Ik wilde gisteren huiswerk maken.
A
pv
B
hele ww
C
vdw

Slide 2 - Quiz

Ik heb gisteren heerlijk gegeten.
Heb =
A
PV
B
heel ww
C
vdw

Slide 3 - Quiz

Wij moeten zelf onze boodschappen doen.
doen =
A
PV
B
heel ww
C
vdw

Slide 4 - Quiz

Wat jullie al (bijna altijd) kunnen:
  • De tijd van een zin veranderen (vt, tt)
  • Het aantal in de zin veranderen (ev, mv)
  • De persoonsvorm vinden 
  • Het onderwerp vinden

Slide 5 - Slide

1e stap: de persoonsvorm zoeken
Tijdproef: Verander de tijd in de zin (vt, tt)
                      Het woord dat verandert is de persoonsvorm.

  • De kat rent door de tuin van de buren. 
  • > De kat rende door de tuin van de buren. 
  • Rent = persoonsvorm 

Slide 6 - Slide

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?

De hond sluipt door het bos samen met zijn baasje.

A
De hond
B
sluipt
C
door het bos
D
samen met zijn baasje

Slide 7 - Quiz

Wat is het onderwerp in de volgende zin?

De hond sluipt door het bos samen met zijn baasje.

A
De hond
B
sluipt
C
door het bos
D
samen met zijn baasje

Slide 8 - Quiz

1e stap: de persoonsvorm zoeken


De hond sluipt door het bos samen met zijn baasje.
> De hond sloop door het bos samen met zijn baasje.

Slide 9 - Slide

2e stap: zet een streep direct voor en
                achter de pv


De hond | sluipt | door het bos samen met zijn baasje.

Slide 10 - Slide

Zet zinsdeelstrepen voor en na de persoonsvorm bij deze zin:
De kat rent door de tuin van de buren.

Slide 11 - Open question

Regel: Voor de pv is maar plek voor één zinsdeel.
(De pv staat dus altijd op de tweede plek in een zin in het Nederlands.)


De hond | sluipt | door het bos samen met zijn baasje.


één zinsdeel

Slide 12 - Slide

3e stap: verander de volgorde van de zin. Kijk welke woorden je samen voor de pv kunt zetten.
Er is maar plek voor 1 zinsdeel op die plek.

Slide 13 - Slide

  1. De hond | sluipt | door het bos samen met zijn baasje.

  2. Door het bos | sluipt | de hond | samen met zijn baasje.

  3. Samen met zijn baasje | sluipt | de hond | door het bos.

Slide 14 - Slide

Stappenplan zinsdeelstrepen zetten
1 Onderstreep de pv.
       Mandy wacht op haar moeder.


2 Zet voor en achter de pv zinsdeelstrepen.
       Mandy | wacht | op haar moeder.


3 Verander de volgorde van de zin: kijk welke woorden je samen voor de pv kunt zetten.
       Op haar moeder | wacht | Mandy.

4 Ga daar mee door tot je alle zinsdelen hebt gevonden.

Slide 15 - Slide

schrijf de zin in je schrift en zet zinsdeelstrepen
Sabine en Fatima hebben de deur gistermiddag geschilderd.

Slide 16 - Slide

schrijf de zin in je schrift en zet zinsdeelstrepen
De buurvrouw heeft de vuilnisbakken aan de weg gezet

Slide 17 - Slide

schrijf de zin in je schrift en zet zinsdeelstrepen
In de klas zitten de leerlingen te werken.

Slide 18 - Slide

Zijn de zinsdeelstrepen juist verdeeld?
Zij | heeft | kauwgom | in haar haar.
A
ja
B
nee
C
ik weet het niet

Slide 19 - Quiz

| Deze medaille | hebben | wij vorig jaar verdiend. |
A
De zinsdeelstrepen kloppen in deze zin.
B
De zinsdeelstrepen kloppen niet in deze zin.

Slide 20 - Quiz

In welke volgorde moet je de volgende stappen zetten?
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 1
Zet zinsdeelstrepen voor en na de PV
zet zinsdeelstrepen voor de andere werkwoorden
Zoek de pv
zet de andere zinsdeelstrepen

Slide 21 - Drag question

Vorige       week       heeft       Marieke       aan       haar      moeder       een      mooi      cadeau         gegeven.
Verdeel de zin in zinsdelen door op de juiste plekken een zinsdeelstreep te slepen.

Slide 22 - Drag question