Les 1 - dossieropdracht 5 - Merle Alberts - ITO3

Goedemorgen!
ITO 3
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Goedemorgen!
ITO 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  • Leerdoel van de les
  • Uitleg woordvorm en betekenis
  • Aan de slag met gebarentaal!
  • Afsluiting 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Tijdens deze les leren jullie hoe jullie van woorden gebaren kunnen maken.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Voorkennis ophalen
Wat is gebarentaal?

Wanneer gebruik je gebarentaal?

Wie kan er gebarentaal?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Gebarentaal
= wordt gebruikt voor dove/slechthorende mensen. 

Hoe gebruik je het? 
Welke delen van je lichaam gebruik je?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Raad de naam!
Wat hebben we nodig?
- Gebarenposters van het alfabet

Wat gaan we doen?
- Je naam uitbeelden in gebarentaal

Tijd: 15 minuten

Slide 9 - Slide

De leerlingen gaan in tweetallen een naam uitbeelden in gebarentaal. Ze moeten van elkaar raden welke naam ze opgeschreven hebben.
Raad de naam!
1. Maak tweetallen en haal bij mij naamkaartjes op.
2. Eerst gaat persoon 1 de naam op het kaartje uitbeelden. Hiervoor mag je je handen en je mond gebruiken.
3. Persoon 2 kijkt goed op de gebarenposter en probeert de juiste naam op te schrijven. 
4. Draai het nu om en volg stap 2 en 3 nog een keer!

Slide 10 - Slide

De docent loopt rond om te begeleiden.

Slide 11 - Slide

Deze poster mogen ze gebruiken bij het uitbeelden van de naam. Die krijgen ze tijdens de les uitgeprint aangereikt.
30 seconds
Wat hebben we nodig?
- Gebarenposter van dieren
- Koptelefoon
- Zandloper

Wat gaan we doen?
- Je gaat een dier uitbeelden in gebarentaal.

Tijd: 20 minuten

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

30 seconds
1. Maak groepjes van 6. Elk groepje bestaat uit 2 teams van 3.
2. Haal per groepje een pakje woorden, zandloper, gebarenposter en de koptelefoons op bij mij.
3. Je speelt om de beurt. Team 1 begint. 2 spelers zetten een koptelefoon op en 1 speler beeld d.m.v. de gebarenposter het woord uit. Raad je het binnen 30 seconden = 1 punt. 
4. Nu is het volgende team aan de beurt. Volg stap 3. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Deze poster gebruiken ze bij 30 seconds.

Slide 15 - Slide

Deze poster gebruiken ze bij 30 seconds.
Afsluiting 
Hoe vonden jullie deze les? Waarom?

Begrijp je nu meer van gebarentaal? Wat begrijp je nu?

Is het leerdoel bereikt?


Slide 16 - Slide

This item has no instructions