Paul en Paula zijn weer thuis van het feest. Ze liggen in bed en kletsen samen. 'We hebben een leuk feest gehad,' zegt Paula. 'Ja', zegt Paul, 'ik heb lekker gegeten.' Paula lacht. 'En ik heb nog met Sabien gedanst,' zegt ze. 'Sabien en Jamar zijn heel aardig! Ik ben echt blij met onze buren.'
'Ik vind ze ook heel aardig,' zegt Paul. 'Maar Jamar doet soms een beetje vervelend. Hij weet alles beter.' Paula lacht. 'Je weet zelf ook altijd alles beter,' zegt ze. Nu lacht Paul ook. 'Dat is een heel klein beetje waar,' zegt hij.