H 14 Seneca (TB 205) en de Stoa

1 / 20
next
Slide 1: Video
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Een doel van de Stoïsche filosofie was: Gelukkig worden
Wat maakt jou gelukkig?

Slide 2 - Open question

Verwoord wat volgens jou kernmerken van de stoïsche filosofie zijn.

Slide 3 - Open question

Het doel van de Stoa is ...
Iemand die op weg is om wijs te worden.
Volgens de Stoa is de ware deugd ...
Is volkomen gelukkig en volmaakt, verheven boven de mensen en
onverschrokken.
Is iemand die een gebrek aan wijsheid heeft.
Zijn dingen in ons leven die ons niet beter of
slechter maken, oftewel: dingen die er niet toe doen.
sapiens
indifferentia
geluk
dom
proficiens
wijsheid

Slide 4 - Drag question

Van welke keizer was Seneca de opvoeder?
A
Claudius
B
Caligula
C
Tiberius
D
Nero

Slide 5 - Quiz

Nero!! Samen met Burrus

Slide 6 - Slide

wat weet je nog meer over Seneca?

Slide 7 - Mind map

Seneca deed zijn opleiding om wat te worden?
A
Advocaat
B
Filosoof
C
Redenaar
D
Senator

Slide 8 - Quiz

Seneca had een succesvolle carrière als redenaar totdat hij
A
een affaire had
B
Nero moest opvoeden
C
kinderen kreeg
D
stierf

Slide 9 - Quiz

Seneca stierf
A
door een hartinfarct
B
toen hij 65 was
C
toen hij 69 was
D
omdat Nero dat wilde

Slide 10 - Quiz

Pak je tekst erbij!

Slide 11 - Slide

Welk stijlmiddel zie je in r. 2-3? Citeer de betreffende woorden en geef de naam van het stilistisch middel.

Slide 12 - Open question

In welke regel zie je een voorbeeld van een polysyndeton?
A
r. 2
B
r. 5
C
r. 6
D
r. 12

Slide 13 - Quiz

Welke woorden staan in dezelfde naamval?
A
r. 6 hominis en quaeris
B
r. 7 rationale en bonum
C
r. 8 eius en cui
D
r. 9 haec en rem

Slide 14 - Quiz

Wat is het onderwerp bij possunt in r. 11?

Slide 15 - Open question

Pak je schrift erbij!

Slide 16 - Slide

Het gerundivum van verplichting is:
A
propria r. 1
B
laudandum r. 1
C
formonsam r. 2

Slide 17 - Quiz

Opdracht 15. b. Wat is je antwoord?

Slide 18 - Open question

Opdr 15.c. het eerste deel (de kwaliteit waarvoor het geboren is) komt overéén met:
A
r. 2 quod ipsius est
B
r. 5-6 quod nec eripi ...tm... est
C
r. 8 id ....cui nascitur

Slide 19 - Quiz

tekst 14.2 b snap ik nu:
0100

Slide 20 - Poll