Laatste les: samengestelde zinnen, actief/passief, zinsontleden, ww spelling.

Welkom 3Va
Ga lekker zitten, pak je (huis)werk en ga uitwisselen:
- antwoorden zinsontleden
-  zelf gemaakte toetsvragen (en antwoorden)

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00
1 / 53
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 3Va
Ga lekker zitten, pak je (huis)werk en ga uitwisselen:
- antwoorden zinsontleden
-  zelf gemaakte toetsvragen (en antwoorden)

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

artikel + of - teaser?
In classroom:
schrijfopdracht = artikel + teaser

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

programma
  • uitwisselen hw
  • mededeling
  • in het kort: samengestelde zinnen/actieve en passieve zinnen/zinsontleding/wwspelling
  • vragenrondje?
  • samen aan de slag

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

lesdoel
  • je bent klaar voor de toetsweek:
    - zinsontleding (grammatica 2 & 3. Herhaling klas 2)
    - werkwoordspelling (werkwoordspelling app / lessen)
    - samengestelde zinnen en voegwoorden (grammatica 4 les 1)
    - lijdende en bedrijvende vorm (grammatica 4 les 2)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

samengestelde zinnen 
1. hoofdzin (HZ) en hoofdzin (HZ):
Hij liep door het park en (hij) neuriede een melodietje.
Hij is vandaag blij, want hij is vandaag jarig.

2. hoofdzin (HZ) en bijzin (BZ) of andersom:
Hij is vandaag blij, omdat hij jarig is.
Omdat hij jarig is, is hij vandaag blij.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

samengestelde zinnen 
1. hoofdzin (HZ) en hoofdzin (HZ):
gelijkwaardig = nevengeschikt. Samengevoegd met een nevenschikkend voegwoord: en, maar, want, dus en of.

2. hoofdzin (HZ) en bijzin (BZ) of andersom:
ongelijkwaardig = ondergeschikt. Verbonden door een onderschikkend voegwoord: 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

samengestelde zinnen: truc 
HZ: ow en pv altijd bijelkaar, 
er kan NIETS tussen staan.

BZ: ow en pv kunnen uit elkaar, 
er kan VAN ALLES tussen staan.

Plot26 Grammatica 4, les 1 en 2

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is een enkelvoudige zin?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Waaraan herken je het makkelijkst een hoofdzin?
A
aan de belangrijke informatie
B
aan meerdere persoonsvormen
C
onderwerp en persoonsvorm staan niet naast elkaar
D
onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een samengestelde zin?
A
twee zinnen
B
iets met grammatica
C
een zin die uit twee of meer zinnen bestaat en samengevoegd wordt door een leesteken
D
een zin die uit een of meer zinnen bestaat en samengevoegd wordt met een voegwoord

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke soorten zinnen bestaan er?
A
Hoofdzinnen en bijzinnen
B
zinnen
C
Gewone zinnen en samengestelde zinnen
D
geen idee

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waaruit kan een samengstelde zin bestaan?
A
hoofzin en bijzin
B
zinnen
C
geen idee
D
één of meerdere hoofdzinnen en geen, één of meerdere bijzinnen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een nevenschikkend voegwoord (denk aan de woordsoorten)? Geef drie voorbeelden.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Uit wat voor zinnen is de volgende zin opgebouwd? Waaraan zie je dat?
Elke leerling werkt en leert hard, omdat dat nodig is.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Wat is het makkelijkst te onthouden over de onderschikkende voegwoorden?
A
het zijn er veel
B
dat-woorden
C
alles behalve en, maar, want , dus en soms of.
D
geen idee

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welk rijtje bestaat alleen uit onderschikkende voegwoorden?
A
omdat, daarom, maar, doordat, daardoor
B
omdat, daarom, als, daarmee, zodat,
C
omdat, daarom, als, tenzij, en
D
omdat, daarom, sinds, want, zolang

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

actieve en passieve zinnen
  1. De docent deelt de schriften uit.
  2. De schriften worden uitgedeeld door de docent.


zin 1: de docent is ond, doet de actie, is in bedrijf, actief.
zin 2: de schriften zijn ond, ondergaan iets, zijn lijdend, passief. 





Slide 17 - Slide

zin 1: onderwerp = de docent, die doet de actie. De docent is in bedrijf. Deze zin staat in de bedrijvende vorm.

zin 2: onderwerp = de schriften. Ze doen niets maar ondergaan iets, ze lijden. Deze zin staat in de lijdende vorm.

actieve en passieve zinnen
  1. Piet schopt de bal over het hek.
  2. De bal wordt door Piet over het hek geschopt.


zin 1: Piet is ond, doet iets, is in bedrijf, is actief.
zin 2: de bal is ond, ondergaat iets, is lijdend, is passief.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Vervolg (1) bedrijvende en lijdende vorm
Omzetten van vormen, wat is belangrijk? De tijd MOET hetzelfde blijven!

1 - Als een bedrijvende (actieve) zin in de onvoltooide tijd staat (= nog niet volbracht) dan moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord worden gebruiken. 

2 - Als een bedrijvende zin in de voltooide tijd staat (= volbracht), dan moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord zijn gebruiken.


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vervolg (2) bedrijvende en lijdende vormen
Voorbeelden om te begrijpen hoe je deze regels goed toepast:

bedrijvend - De vrienden spelen het spelletje. (onvoltooide tijd)
lijdend - Het spelletje wordt gespeeld door de vrienden.

bedrijvend - De vrienden hebben het spelletje gespeeld. (voltooide tijd)
lijdend - Het spelletje is gespeeld door de vrienden.




Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vervolg (2) bedrijvende en lijdende vormen
Voorbeelden om te begrijpen hoe je deze regels goed toepast:

bedrijvend - De vrienden zullen het spelletje spelen. (onvoltooide tijd)
lijdend - Het spelletje zal door de vrienden gespeeld worden.

bedrijvend - De vrienden zouden het spelletje gespeeld hebben. (voltooide tijd)
lijdend - Het spelletje zou door de vrienden gespeeld worden.


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

zinsontleden
Stappenplan = heilig
Je hebt andere zinsdelen nodig om een nieuw zinsdeel te kunnen benoemen.

De drie zinnen van het blad dat je meegenomen hebt.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Tijdens de kerstdagen droeg ik een heel foute kersttrui.

pv = droeg
ond = ik
wwgez = droeg
lv = een heel foute kersttrui
bijwbep = tijdens de kerstdagen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Die heb ik gekregen van de oma van mijn moederskant.

pv = heb
ond = ik
wwgez = heb gekregen
lv = die
bijwbep = van de oma van mijn moederkant

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Mijn oma blijkt de allerliefste van de hele wereld te zijn.


pv = blijkt
ond = mijn oma
nwgez = blijkt te zijn (wd) 
de allerliefste van de hele wereld (nwd)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

werkwoordspelling

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat ... jij van mijn nieuwe fiets?
A
vindt
B
vind

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

De stiekem gemaakte foto ... hun privacy.
A
schond
B
schendde
C
allebei

Slide 28 - Quiz

schenden = sterk ww
schenden / schond / geschonden


Hij ... op haar op het perron.
A
wachte
B
wachtte

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Hij ... op haar op het perron.
A
wachte
B
wachtte

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Hij heeft al zijn files ... .
A
gedeleted
B
gedeletet

Slide 31 - Quiz

deleten = hele ww
deleten - en = delet uitspraak delete
delete/ deletete / gedeletet
vragenronde
Zijn er vragen?


Wat kunnen we gaan doen?
- Uitwisselen zelfgemaakte toetsvragen
- Oefentoets

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wat denk je dat een lijdende vorm inhoudt?
A
iemand die pijn heeft
B
een zin met een lijdend voorwerp
C
iemand/iets ondergaat iets in de zin.
D
iemand/iets doet iets in de zin.

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat denk je dan dat de bedrijvende vorm inhoudt?
A
iemand/iets doet iets in de zin
B
iemand/iets ondergaat iets in de zin
C
er zit geen LV in de zin
D
iemand heeft een bedrijf

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

In welke vorm staat de volgende zin? De vrienden spelen een spelletje.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm
C
geen idee
D
beide vormen

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

In welke vorm staat de volgende zin?
De leerlingen werken in het werkboek.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm
C
geen idee
D
in beide vormen

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

In welke vorm staat de volgende zin?
In het werkboek wordt gewerkt.
A
lijdende vorm
B
bedrijvende vorm
C
geen idee
D
in beide vormen

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Welke stelling is juist?
A
je kunt zinnen verdelen in doen en ondergaan
B
je kunt zinnen verdelen in doen en zijn
C
je kunt zinnen onderverdelen in actief en passief
D
Geen enkele voorgaande stelling klopt

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Extra oefenen?
Om dit goed te kunnen, moet je misschien extra oefenen. Dat kan in via de link die hierna komt.
Je kan zelf bekijken welke stap je wilt oefenen.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

bedrijvende en lijdende vorm
Hieronder staan drie linken. 
  • Begin bij de eerste als je echt nog flink moet oefenen. 
  • De tweede is voor leerlingen die het al een beetje kunnen.
  • De derde is voor gevorderde, dus voor de leerlingen die de stof al beheersen.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Link

This item has no instructions

Slide 43 - Link

This item has no instructions

Slide 44 - Link

This item has no instructions

Samengestelde zinnen
Oefenen via Cambiumned

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Link

This item has no instructions

zinsontleden
Oefenen via Cambiumned

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Link

This item has no instructions

Slide 49 - Link

This item has no instructions

werkwoordspelling
Oefenen via Cambiumned

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Slide 51 - Link

This item has no instructions

Slide 52 - Link

This item has no instructions

Slide 53 - Link

This item has no instructions