Aanwijzend voornaamwoord

1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin "Dit boek is super!"

Slide 2 - Open question

Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin "Deze appels zijn rot."

Slide 3 - Open question

Aanwijzend voornaamwoord
Dit meisje is klein.
Die hond is braaf.
Deze mensen drinken wijn.
Dat park is gesloten.

Slide 4 - Slide

In het Frans...
Ce pantalon est bleu. (Die/Deze broek is blauw.)
Cet homme est sympa. (Deze/Die man is aardig.)
Cette fille mange une salade. (Dit/Dat meisje eet een salade.)
Ces livres sont intéressants. (Deze/Die boeken zijn interessant.)

Slide 5 - Slide

Vul in:
____ pantalon
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 6 - Quiz

Le pantalon = de broek
______________ = die/deze broek
A
ce pantalon
B
cette pantalon
C
cet pantalon
D
ces pantalon

Slide 7 - Quiz

Vul in:
____ chaussures
A
le
B
l'
C
les
D
la

Slide 8 - Quiz

les chaussures = de schoenen
________________ = die/deze schoenen
A
cette chaussures
B
ces chaussures
C
cet chaussures
D
ce chaussures

Slide 9 - Quiz

Vul in:
_____ maison
A
la
B
l'
C
les
D
le

Slide 10 - Quiz

la maison = het huis
___________ = dit/dat huis
A
ce maison
B
cette maison
C
cet maison
D
ces maison

Slide 11 - Quiz

Vul in:
______ étudiant
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 12 - Quiz

l'étudiant = de student
______________ = die/deze student
A
ce étudiant
B
cet étudiant
C
cette étudiant
D
ces étudiant

Slide 13 - Quiz

Dus...
mannelijk
ce
J'adore ce T-shirt.
cet
Cet élève est intélligent.
vrouwelijk
cette
Je déteste cette pizza.
meervoud
ces
J'ai acheté ces chaussures.

Slide 14 - Slide

Au travail!
1. Exercices 17-18-19 
2. Kwizl --> HAVO2 Chapitre 3 - Aanwijzend voornaamwoord (bron D) 



Slide 15 - Slide