This lesson contains 17 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 9
Stofwisseling
B2
Enzymen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Lesprogramma
Leerdoelen B2 Enzymen (2 minuten)
Uitleg leerdoel 9.2.1 'Bouw en werking enzymen' (10-15 minuten)
Zelfstandig opdracht12 en 13 maken
Uitleg leerdoel 9.2.1 'Bouw en werking enzymen' (10-15 minuten)
Zelfstandig opdracht 14 t/m 20 maken
Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf als laatste
Lesafsluiter B2 (5 minuten)
Eerder klaar?
Neem context Leefwereld 'Bierbrouwen' en maak de bijbehorende opdrachten 21 en 22
Slide 3 - Slide
Leerdoel B2
9.2.1 Je kunt de bouw en werking van enzymen beschrijven.
9.2.2 Je kunt de invloed van milieufactoren op de enzymactiviteit beschrijven.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
https:
Slide 6 - Link
Enzym-substraat complex
Slide 7 - Slide
Elk enzym heeft dus zijn eigen functie
Splitsend enzym: hydrolyse m.b.v. water
Opbouwend enzym: condensatiereactie
Slide 8 - Slide
Werking enzymen
Cofactor: een speciaal ion of molecuul die nodig is voor de werking van een enzym
Apo-enzym: het eigenlijke enzymmolecuul, wanneer cofactor nodig is
Co-enzym: wanneer de cofactor een organische stof is (vitaminen en ATP)
ATP kan dus zowel substraat als co-enzym zijn (bv. Na+/K+-pomp)
Naam enzym is vaak samengesteld uit naam substraat met achtervoegsel -ase
Slide 9 - Slide
Activeringsenergie
Activeringsenergie: energie die nodig is om een chemische reactie op gang te brengen
Hoeveelheid energie groter dan energiedrempel reactie
Energie die vrijkomt bij reactie, moem je reactie-energie
Lage temperatuur, moleculen bewegen traag, dus de kinetische energie is laag
Kinetische energie kan bij botsing omgezet worden naar chemische energie
Lager dan energiedrempel, geen reactie
Bij veel stofwisselingsprocessen is temperatuur in cel te laag om voldoende activeringsenergie te leveren om energiedrempel te halen: enzymen nodig voor verlaging energiedrempel
Slide 10 - Slide
Maak opdracht 12 en 13
Slide 11 - Slide
Enzymactiviteit
- De mate waarin een enzym een reactie versnelt
- Is afhankelijk van:
temperatuur
pH
concentratie deelnemende stoffen
activatoren en remstoffen
- Denaturatie: enzymmoleculen verliezen hun ruimtelijke structuur door de heftige bewegingen van de moleculen
Slide 12 - Slide
Invloed pH
Oplossing met veel waterstofionen (H+ / protonen) is zuur (pH<7)
Oplossing met weinig waterstofionen is basisch (pH>7)
Ruimtelijke structuur enzym blijft intact bij bepaalde zuurgraad: optimum
Bij verhoging of verlaging pH verandert bij steeds meer enzymmoleculen de vorm van het actieve centrum, waardoor enzym werking verliest
Irriversibel, behalve bij kleine verschillen
Slide 13 - Slide
Regulering stofwisseling
Remstoffen:
verlaging enzymactiviteit
zware metalen (lood en cadmium)
enzym en substraat kunnen geen E-S-complex meer vormen
Activatoren:
verhoging enzymactiviteit
sommige hormonen en geneermiddelen
Reactieketen:
reeks opvolgende stofwisselingsreacties
eindproduct kan activiteit remmen
Slide 14 - Slide
Huiswerk
Maak opdracht 14 t/m 20
Oefen de Flitskaarten en controleer de leerdoelen
van B2 met deTest Jezelf
Klaar?
Neem de Context 'Bierbrouwen' door en maak opdracht 21 en 22
Slide 15 - Slide
Lesafsluiter B2
9.2.1 Je kunt de bouw en werking van enzymen beschrijven.
9.2.2 Je kunt de invloed van milieufactoren op de enzymactiviteit beschrijven.