Lesw. 14-12 Onderwerp, verkennend lezen

Welkom bij Nederlands!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

In deze les:
  • Bespreken: huiswerk
    Enkele opdrachten van 4.1 C en 4.1 B
  • Terugblik: verkennend lezen, onderwerp, opbouw van een tekst, zin en regel, alinea
  • Zelfstandig:
4.2 Onderwerp, verkennend lezen

Afmaken: B. Deel 1: Tekstopbouw, onderwerp, leesdoel, verkennend lezen

Maken: C. Deel 2: Keuzetekst ‘Sneeuwwitje-syndroom’: mysterieuze slaapziekte
  • Terugkijken


Doelen van deze les:

Aan het einde van de les kun je uitleggen:
  1. wat het verschil is tussen een zin en een regel;
  2. wat een alinea is;
  3. hoe je het onderwerp van een tekst vindt;
  4. wat een inleiding is;
  5. wat verkennend lezen is.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 4: Zakelijk lezen

Slide 5 - Slide

Tekstsoorten
  • een advertentie
  • een gebruiksaanwijzing
  • een recept
  • een brief
  • een e-mail
  • een affiche
  • een appje
  • een gedicht
  • een recensie 
  • een  tekst in een schoolboek 
  • een krantenartikel
  • een verhaal

Slide 6 - Slide

Tekstdoelen uit leerjaar 1

Slide 7 - Slide

Je leest met een doel!
  • Je bent op zoek naar informatie.
  • Je leest voor je plezier.
  • Je wilt de inhoud begrijpen.
  • Je wilt de inhoud onthouden.

Slide 8 - Slide

Verkennend lezen
  1. Lees de titel.
  2. Lees de tussenkopjes.
  3. Lees opvallende woorden.
  4. Lees de eerste alinea.
  5. Bekijk de afbeeldingen.
  6. Bekijk de bron.


    Waar gaat deze tekst over? (= onderwerp)

Slide 9 - Slide

zinnen en regels

Slide 10 - Slide

De tekst van vorige week.

Slide 11 - Slide

zinnen

  • Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt, een uitroepteken of een vraagteken.

regels
  • Een regel is een rij woorden die op één horizontale lijn achter elkaar staan.
  • Een regel loopt van de linkerkantlijn tot de rechterkantlijn.
  • In een regel kunnen meerdere korte zinnen staan. De tweede zin begint dan ergens in het midden van de regel. Ook kan een zin zo lang zijn dat hij uit meerdere regels bestaat.



Slide 12 - Slide

Een alinea
Een tekst is verdeeld in alinea's. Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen. Binnen een alinea wordt gewoon doorgeschreven. Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel. Je kunt een witregel tussen de alinea’s laten of je begint een nieuwe alinea door in te springen. 

Slide 13 - Slide

De titel
De titel is vetgedrukt en heeft grotere letters.
  •  Een titel maakt de lezer duidelijk waar de tekst over gaat. 
  • Hij kan de lezer ook nieuwsgierig maken.

Slide 14 - Slide

Tekstopbouw: inleiding - middenstuk - slot
De inleiding bestaat meestal uit één alinea.
  • In de inleiding wordt de aandacht van de lezer getrokken. 
  • In de inleiding wordt het onderwerp aangekondigd. 

Het middenstuk bestaat uit meerdere alinea's. 
  • In het middenstuk lees je meer informatie over het onderwerp.
  • In iedere alinea lees je iets nieuws over het onderwerp.

Het slot bestaat uit één alinea. 
  • In het slot sluit de schrijver de tekst af. 

Slide 15 - Slide

De titel van een tekst.

Slide 16 - Slide

De inleiding van een tekst.

Slide 17 - Slide

Het middenstuk van een tekst.

Slide 18 - Slide

Het slot van een tekst.

Slide 19 - Slide

Maak: 
-> Hoofdstuk 4: Zakelijk lezen

4.2 Onderwerp, verkennend lezen
B. Deel 1: Tekstopbouw, onderwerp, leesdoel, verkennend lezen
C. Deel 2: Keuzetekst ‘Sneeuwwitje-syndroom’: mysterieuze slaapziekte





Slide 20 - Slide