Fokkerij les 7

1 / 33
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Het genotype is
A
Alle erfelijke eigenschappen
B
Alleen het uiterlijk
C
Invloeden uit het milieu

Slide 16 - Quiz

Fenotype
A
Is wat tot uiting komt
B
Komt soms tot uiting
C
Komt niet tot uiting
D
Zit altijd in het DNA

Slide 17 - Quiz

Het allel voor de erfelijk gebrek Blird zwart is “b” en het allel voor niet aanwezig is ”B”. Dieren met de combinatie “Bb” noemen we dragers van blird. Welk dier is lijder van blird? Erfelijke ziekte is recessief.
A
BB
B
Bb
C
bB
D
bb

Slide 18 - Quiz

Fok 4: Wat is een “Erfelijkheidsgraad”?
timer
0:20
A
Een getal dat aangeeft hoe erfelijk een eigenschap is
B
Een getal tussen 1 en 10 wat aangeeft hoeveel inteelt er in de paring zit
C
Een getal wat aangeeft of er gevaar bestaat op inteelt
D
Geen antwoorden zijn goed

Slide 19 - Quiz

Waarom neemt de kans op erfelijke afwijkingen toe bij meer inteelt.
A
Doordat twee verwante dieren altijd een kalf met een afwijking krijgen
B
Doordat meer DNA overeenkomt bij verwantschap

Slide 20 - Quiz

Wat is een monogeen kenmerk?
A
Melkproductie
B
Vruchtbaarheid
C
Uiergezondheid
D
Haarkleur

Slide 21 - Quiz

Wat is dit?
A
Selectielijn
B
Bloedlijn
C
Lijnenteelt

Slide 22 - Quiz

Het allel voor de erfelijk gebrek Blird zwart is “b” en het allel voor niet aanwezig is ”B”. Dieren met de combinatie “Bb” noemen we dragers van blird. Bij een kruising van koe (BB) en stier (Bb) hoeveel % is drager van Blird?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 23 - Quiz

We hebben het over genotype en fenotype.
Wat wordt bedoeld met het fenotype?
A
De erfelijke informatie op je chromosomen
B
Hoe je eruit ziet

Slide 24 - Quiz

Wat is intermediaire overerving?
A
Beide genen zijn even sterk
B
Het fenotype is mengelmoes van ouders
C
De heterozygote variant geeft een afwijkende eigenschap
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 25 - Quiz

sleep naar de juiste deling
MITOSE
MEIOSE
chromosomen komen enkelvoudig voor
Chromosomen komen in paren voor

Slide 26 - Drag question

23 chromosomen
2 3 chromosomen
46 chromosomen
46 chromosomen

Slide 27 - Drag question

--> Variant hiervan 
Gen
Celkern
DNA
Chromosomen
Allelen

Slide 28 - Drag question

Mitose
Meiose
Gewone celdeling
Reductiedeling
Diploïde cellen
Haploïde cellen
Zelfde aantal chromosomen
Helft van de chromosomen
Gewone lichaamscellen
Geslachtscellen
Chromosomen komen in paren voor
Chromosomen komen enkelvoudig voor

Slide 29 - Drag question

Is het genotype van de larve hetzelfde als het genotype van het volwassen dier?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

Resultaat opdracht
erfelijke ziektes

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide