een bijvoeglijk naamwoord/bijwoord kunnen toepassen in een Engelstalige zin.
Slide 2 - Slide
apps.noordhoff.nl
Slide 3 - Link
Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord (adjective) zegt iets over een mens, plant, dier of ding (zelfstandig naamwoord).
Vaak gaat dit om uiterlijk of gedrag
I don't like the redskittles.
The old man was dancing on the street.
Slide 4 - Slide
Voorbeelden
That's a sweet cat.
This flower is real.
Lisa is a funny girl.
The weather is nice.
Slide 5 - Slide
Bijwoorden
Een bijwoord (adverb) zegt iets over een werkwoord. Je kan dan vragen: Hoe doet iemand iets?
Voorbeeld: My father walks slowly. Voorbeeld: Our teacher talks clearly.
Een bijwoord kan ook iets zeggen over een bijvoeglijk naamwoord. Je kan dan vragen: Hoe sterk, lief, enz is iemand?
Voorbeeld: My father is a incredibly strong man.
Slide 6 - Slide
Bijwoorden
Een bijwoord herken je vaak aan de letters - LY aan het einde van een woord.
loud - loudly silent - silently
sad - sadly
Slide 7 - Slide
Voorbeelden
He is walking quickly.
My mother is an extremely terrible driver.
The bald man angrily hit the wall with his fist.
My sister sings beautifully.
Slide 8 - Slide
Bijwoorden van frequentie / Adverbs of Frequency
Bijwoorden zijn: always, never, usually, often, sometimes, still, seldom. Deze bijwoorden geven aan hoe vaak iets gebeurt. Ze staan altijd vóór het werkwoord.
Uitzondering: to be: is, am are dan achter het werkwoord
For example:
Sue alwayswears jeans.
My dog neverattacks me.
John isnever late
Slide 9 - Slide
Adverbs of frequency
Slide 10 - Slide
BIJWOORDEN van FREQUENTIE
always
usually
regulary
often
sometimes
seldom
never
vóór het werkwoord
talk / write / watch / sit / can / have / move / etc.