SCMK - 26/02 - Literatuur, een kennismaking

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welkom

• Kies een boek dat je zelf gaat lezen voor jouw praktische opdracht.

• Gebruik de begrippen die je tot nu toe hebt geleerd om in kaart te brengen waar jouw verhaal over gaat.
  

• Geen telefoons. 
  
• Gebruik je iPad alleen als dat nodig is. 
  
• Er is 1 persoon aan het woord. 
• Wil je iets vertellen, graag je vinger omhoog.
• We gaan niet naar de wc, tenzij het écht niet anders kan. 

Verwachtingen

Aan het einde van de les:

- weet ik een aantal begrippen over poëzie;

- kan ik bepalen wat gekruist rijm, gepaard rijm en omarmend rijm is. 

Programma             60 minuten

Leesmoment

Doelen

Aantekeningen maken

Leessessie 3

Check-out

Startopdracht

• Leg je schrift klaar
  
• Leg je markers klaar
• Leg de gedichten klaar.

Denkvraag: 

Wat is dit voor een tekst en wat roept het op?

Ik oriënteer mij op een wereld 

waarin wij niet samen zijn.

Waar het gras niet groener is 

en schoonheid maar schijn. 

De vogels fluiten niet 

de wolken zijn grauw.

Wat maar een ding kan betekenen;

ik wil niet weg van jou

Leessessie 1

Ik weet een aantal begrippen over poëzie;

Ik kan bepalen of het gedicht gepaard rijm, gekruisd rijm of omarmend rijm heeft. 

Ik oriënteer mij op een wereld 

waarin wij niet samen zijn.

Waar het gras niet groener is 

en schoonheid maar schijn. 

De vogels fluiten niet 

de wolken zijn grauw.

Wat maar een ding kan betekenen;

ik wil niet weg van jou

 De sfeer van een verhaal of boek kan omschreven worden als 'de emoties of gevoelens die de auteur door middel van zijn verhaal bij de lezer opwekt'. Bij deze emoties kun je bijvoorbeeld denken aan woorden als gespannen, vrolijk, gedeprimeerd, opgewonden, angstig, boos, verdrietig, ontspannen, eenzaam en achterdochtig. Door het creëren van een bepaalde sfeer – dus door het opwekken van bepaalde emoties bij de lezer – zorgt een schrijver ervoor dat een verhaal levendig en fascinerend is, en dat de lezer betrokken blijft bij het verhaal. 

I

Aantekeningen

Toepassen

Programma

Toepassen

Check-out

• We lezen het fragment;
  
• We bepalen welk rijm we hebben.

Toepassen

Wat	Schrijf eens sociogram bij jouw boek, omschrijf de historische tijd van jouw boek en de verhalende ruimte in jouw verhaal.
Hoe	Gebruik hierbij jouw aantekeningen en jouw leesboek. Aan het einde van de les lever je jouw sociogram, de omschrijving + 'bewijzen' en de verhalende ruimte in voor een beoordeling.
Hulp	Ik loop rond om je te helpen
Tijd	7 minuten in stilte 7 minuten zachtjes fluisteren
Uitkomst	Je hebt zelf geoefend met het maken van een sociogram, de historische tijd en de verhalende ruimte en je krijgt een beoordeling van mij.
Klaar	Ga je met NUMO verder of je gaat lezen.

Toepassen

Programma

Toepassen

Check-out

Check-out

Hoe bepaal je de verhaalruimte van een verhaal?

Programma

Check-out

   Aan het einde van de les kan ik de tekstdelen: inleiding, kern en slot herkennen.

Welke emotie past bij jouw werkhouding?

😒🙁😐🙂😃

Aan het einde van de les:

- kan ik bepalen wat de verhaalruimte in een verhaal is.

- kan ik zelfstandig een sociogram maken.

Volgende les

- Opvoedkundige verhalen 

- Annie M.G. Schmidt